Klas 1 week 40 les 2

LESOPZET

Absentie

Leerdoel van deze les

Uitleg 1.5 spelling

Aan het werk!

Evaluatie

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
neMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

LESOPZET

Absentie

Leerdoel van deze les

Uitleg 1.5 spelling

Aan het werk!

Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

LEERDOEL (noteer in je schrift)
Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd correct spellen.

Slide 2 - Tekstslide

PV in de tegenwoordige tijd (1)

Begrippen:

de persoonsvorm (pv)

de stam

de tegenwoordige tijd

de ik - vorm

het hele werkwoord

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de stam van het werkwoord brengen?
A
brengen
B
brengt
C
breng
D
bracht

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de pv in de volgende zin:
Ik stop mijn boeken in mijn tas.
A
Ik
B
mijn
C
stop
D
tas

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de stam van verven?
A
verf
B
verv
C
verven
D
verft

Slide 6 - Quizvraag

Zoek de stam en de ik-vorm van
zetten.
A
zett-zet
B
zet-zet
C
zett-zett
D
zet-zett

Slide 7 - Quizvraag

Omschrijf hoe je de pv kan vinden met de tijdproef.

Slide 8 - Open vraag

Geen -t:


  • Als ik bij de pv staat (Ik pak).
  • Als je/jij achter de pv staat (Pak jij/pak je?).
  • Bij een bevel (Pak!).


Met -t:


  • Als jij of hij/zij/het bij de pv staat (Jij pakt, hij pakt, zij pakt).

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

verven
Ik ...... de deur.

Slide 11 - Open vraag

zetten
Jij .... de bloemen op tafel.

Slide 12 - Open vraag

rammelen
Wij .... van de honger.

Slide 13 - Open vraag

reizen
Een minister ... veel

Slide 14 - Open vraag

kussen
De moeder ... haar kind.

Slide 15 - Open vraag

blaffen
Onze hond .... haast nooit.

Slide 16 - Open vraag

worden
.... jij wel eens gepest?

Slide 17 - Open vraag

vinden
Mijn zus ..... dat geen goed idee.

Slide 18 - Open vraag

rijden
Ik ..... op mijn nieuwe fiets naar school.

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag!

Leerdoel:      Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd correct spellen.

Wat?               1.4 grammatica opdracht 14 en 16 a t/m c.
                         1.5 spelling opdracht 2, 3 en 6.

Hoe?              Zelfstandig, fluisterend overleggen mag.

Hulp?             Docent, schoudermaatje.

Tijd?               Tot 5 minuten voor het einde van de les.

Resultaat?   Opdrachten netjes in je schrift. Gebruik van hoofdletters en

                          leestekens. Bij ontleden maak je gebruik van witregels.

Klaar?            Huiswerk vorige les.

Slide 20 - Tekstslide

Evalueren leerdoel

Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd correct spellen.



HUISWERK:

1.4 grammatica opdracht 14 en 16 a t/m c.
1.5 spelling opdracht 2, 3 en 6.

Slide 21 - Tekstslide