Leerdoel: Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd correct spellen.
Wat? 1.4 grammatica opdracht 14 en 16 a t/m c.
1.5 spelling opdracht 2, 3 en 6.
Hoe? Zelfstandig, fluisterend overleggen mag.
Hulp? Docent, schoudermaatje.
Tijd? Tot 5 minuten voor het einde van de les.
Resultaat? Opdrachten netjes in je schrift. Gebruik van hoofdletters en
leestekens. Bij ontleden maak je gebruik van witregels.
Klaar? Huiswerk vorige les.