Tekening lezen, theorie spiegel, molen

Tekening lezen, theorie spiegel, theorie molen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Tekening lezen, theorie spiegel, theorie molen

Slide 1 - Tekstslide

15

Slide 2 - Video

Vanaf welk punt start je met meten?
A
Vanaf het begin van de liniaal
B
Vanaf de 0
C
Vanaf de 0,5
D
Vanaf de 1

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent schaal 1:10
A
10 mm op de tekening is 1 mm in werkelijkheid.
B
1 mm op de tekening is 10 mm in werkelijkheid.

Slide 4 - Quizvraag

De technische tekening hiernaast is niet getekend op ware grootte

Wat is de schaal?
A
1 : 30
B
30 : 1

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekend SCHAAL: 2:1 ?
A
De tekening is 2x zo groot als werkstuk.
B
De tekening is op schaal, dus even groot.
C
De tekening is 2x zo klein als werkstuk.
D
De tekening is in meters aangegeven.

Slide 6 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk om de tekenregels te kennen?
A
Dan kun je een werktekening goed lezen.
B
Dan weet je hoe je een tekening moet maken.
C
Als iemand er naar vraagt kun je ze opnoemen

Slide 7 - Quizvraag

Is en vooraanzicht voldoende om het huis te bouwen?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 8 - Quizvraag

Waarom heb je meerdere aanzichten nodig voor 1 product?
A
Dat is niet nodig, je ziet alles op het vooraanzicht
B
Omdat er op elk aanzicht wat te zien is.
C
Om de de maten van alle aanzichten te zien.

Slide 9 - Quizvraag

Op welke foto hieronder zie je isometrische projectie?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Welke is de isometrische schets?
A
B

Slide 11 - Quizvraag

Sleep het juiste aanzicht naar de juiste afbeelding.
vooraanzicht
bovenaanzicht
zij-aanzicht

Slide 12 - Sleepvraag

We noemen deze 
manier van het 
tekenen van de 
aanzichten de 
Amerikaanse 
projectie.


Slide 13 - Tekstslide

Zet de aanzichten op de juiste plaats.

Slide 14 - Sleepvraag

Sleep de aanzichten naar de juiste plaats
B.A.
V.A.
RZA

Slide 15 - Sleepvraag

Waarvoor gebruiken we
dikke lijnen?
A
Alle lijnen zijn dik.
B
Om het contour (randen) van het product aan te geven.
C
Om aan te geven hoe lang iets is.
D
Om de doorsnede aan te geven

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent een lang streepje,
kort streepje, lang streepje
als lijn?
A
Hartlijn
B
Buiglijn
C
Rondlijn
D
Schoorsteenlijn

Slide 17 - Quizvraag

Wat geeft een hartlijn aan?
A
Het midden van een hart
B
Dat het een symmetrisch product is
C
Een streepje

Slide 18 - Quizvraag

Wat geven stippellijnen aan?
A
Dat er nog iets in de tekening is wat je niet kunt zien
B
Dat is een doorsnede van het product
C
Dit is het einde van het product.

Slide 19 - Quizvraag

Zijn de maatlijnen hetzelfde
als de contourlijnen?
A
Ja, deze zijn hetzelfde alleen hebben ze pijlen
B
Nee, deze zijn wat dunner en hebben pijlen
C
Ja, deze zijn hetzelfde met pijlen en een maat erbij

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de dikte van dit plaatje?
A
116mm
B
40mm
C
26mm
D
124mm

Slide 21 - Quizvraag

Waar moet je de gaten gaan
boren (vanuit de kant
gemeten)
A
7mm naar binnen, 4mm omhoog
B
4mm naar binnen, 7mm omhoog
C
Dat staat niet in het plaatje
D
7mm naar binnen en 7mm omhoog

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent lijn A - A op het bovenaanzicht?

A
Section (Doorsnede) A-A
B
De lijn met de schuine strepen
C
Dat aan de buitenzijde van het product een A staat.

Slide 23 - Quizvraag

Waarom staan er in het
bovenaanzicht 2 cirkels bij de boorgaten?
A
Omdat je 2x moet boren. Aan beide kanten een andere maat
B
Omdat je 1x moet boren en 1x moet verzinken daardoor krijg je 2 verschillende maten
C
Omdat het een boor is die eerst smal boort en daarna breed.

Slide 24 - Quizvraag

waarom staat er (4x) achter een maat?
A
Omdat deze maat 4x voorkomt in het product.
B
Omdat je het gat op die hoek 4x moet vijlen.
C
Omdat je de boor van ø3 4x moet herhalen op die hoek

Slide 25 - Quizvraag

Maak nu een aantal vragen.

Slide 26 - Tekstslide

Sleep de aanzichten naar de juiste plaats
Vooraanzicht
Bovenaanzicht
Rechter zijaanzicht

Slide 27 - Sleepvraag

sleep de aanzichten naar de juiste plek.
Zij-aanzicht
Boven-aanzicht
Voor-aanzicht

Slide 28 - Sleepvraag

Sleep de aanzichten naar de goede plek.
bovenaanzicht
vooraanzicht
rechter-
zijaanzicht
isometrische
tekening

Slide 29 - Sleepvraag

Sleep de onderdelen naar de juiste pijl.
Dit is een 
    Dit is een
Dit is een
Dit is een
Contourlijn
Maatlijn
Stippellijn
Maat

Slide 30 - Sleepvraag

Maak een aanzichtentekening van deze trap.

Maak minimaal 3 aanzichten van deze trap.
Zet de aanzichten op de juiste plek neer.

Maak deze met het tekenbord.

Slide 31 - Tekstslide

Lever hier een foto van je tekening in.

Slide 32 - Open vraag

Gereedschap

Slide 33 - Tekstslide

Sleep de afbeelding naar de juiste naam je houd vier woorden over
Figuurzaagmachine

Platte (fijne) vijl
Boortje
Bril
Fretboortje
schuurpapier
bankschroef
Verstekzaag
vingerzetbank

Slide 34 - Sleepvraag

Sleep de afbeelding naar de juiste naam je houd vier woorden over
ijzerzaag
Platte schroevendraaier
Centerpunt


Houtbijtel
Houten hamer
Bril
vijlen
Kraspen
verzinkboor
Rondevijl
griptang
bankhamer
Gasbrander

Slide 35 - Sleepvraag

Houtverbindingen

Slide 36 - Tekstslide

Deuvels
Houtlijm
Spijker / nagel
Houtschroef
zwaluwstaart

Slide 37 - Sleepvraag

Deuvels
In verstek
Halfhout verbinding
Montagelijm

Slide 38 - Sleepvraag

Hoe heet deze verbinding?
A
een deuvelverbinding
B
een halfhoutverbinding
C
een pen-en-gatverbinding
D
een zwaluwstaart verbinding

Slide 39 - Quizvraag

Hoe heet de verbinding met deze "houtjes"
A
Houtjes verbinding
B
Deuvel centreer pin
C
Houten verbinding
D
Deuvelverbinding

Slide 40 - Quizvraag