Kapitel 3 les 5

Kapitel 3. Das ist lecker!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Kapitel 3. Das ist lecker!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was machen wir Heute?
Lezen
 Grammatik wiederholen 
 Plauderecke C und H

Ziel:  Grammatik lernen und verwenden. 
Üben für der Prüfung
 



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 2
 Vlog vandaag!
Proefwerkweek week 11/12


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lezen
10 minuten in stilte lezen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steh auf wenn........

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hoe zat het ook al weer met ein /eine & kein /keine?
Wanneer krijgt ein en kein  een -e erachter?

Schrijf de feesttenten regel op een blaadje,
gewone en stam op s klank.
Voltooid deelwoord

Slide 6 - Tekstslide

-du Schwarze Schuhe trägst
- du Ohrringe trägst
- du einen Bruder hast
- du eine Schwester hast
- du vor kurzem zum Friseur gewesen bist
- du Pizza magst
- du Erdbeereis magst
- du Nachbarn hast
- du keine Brille trägst
- du blondes Haar hast
- du braunes Haar hast
Hausaufgaben besprechen
Het rad bepaald wie aan de beurt is dus....... Let op!
Aufgabe 18 Seite  92
Aufgabe eins Seite 172
Aufgabe drei Seite 172
Aufgabe eins Seite 173
Aufgabe zwei Seite 173


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:23
Welke van de twee werkwoorden is regelmatig?
A
sein
B
wohnen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:28
Waarom is het werkwoord wohnen regelmatig?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

01:09
Noem het ezelsbruggetje wat je kunt gebruiken om een regelmatig werkwoord te vervoegen

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:31
vertaal: Waar woon je?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:40
Vertaal de zin:
Woont hij ook (auch) in Berlijn

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:52
vertaal de zin:
waar wonen jullie?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

stripverhaal maken 
Jullie gaan met zijn tweeën  een stripverhaal maken. Dit doe je met behulp van Plauderecke C en H.  (Seite 108) Maak eerste een klad pas als je zeker bent van de tekst, dan invullen in de strip

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu jij!
In classroom staan diverse opdrachten klaar om te oefenen voor de toets, onder het kopje oefenen voor proefwerkweek 2

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgaben
Leren voor Proefwerkweek 2 
Oefenen met de opdrachten in classroom
Oefenen met de opdrachten in de digitale omgeving en met slim stampen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genießen
______ du auch diese Torte?
A
genieße
B
genießst
C
genießt
D
genießen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

schmelzen
ich _______ die Butter

A
schmelze
B
schmelzen
C
schmelzst
D
schmelzt

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

beißen
Hans _______ in eine Brezel
A
beiße
B
beißt
C
beißst

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bekommen
Wir ________ Besuch von unserer Tante
A
bekomme
B
bekommen
C
bekommst
D
bekommt

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

singen
Er _______ Weihnachtslieder
A
singen
B
singst
C
singen
D
singt

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ist das ______ Apfel? (m)
A
ein
B
eine
C

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Das ist ______ gutes Restaurant
A
keine
B
kein
C

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Frau Fischer trinkt ______Orangensaft
A
eine
B
ein
C
kein
D
keine

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..... Sängerin ist berühmt.
A
Ein (m)
B
Ein (o)
C
Eine
D
-

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies