Leesvaardigheid les met korte luva afsluiting

Bonjour tout le monde 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde 

Slide 1 - Tekstslide

TEKST 7 Dans les coulisses d’un zoo

« Mon premier journal » a visité quelques zoos. Un reportage.
(1) Créer un zoo Si l’on veut créer un zoo, on a seulement besoin d’un terrain et de quelques animaux. En plus, il faut de l’argent pour payer les soigneurs et pour acheter la nourriture pour les animaux. Créer un zoo, ce n’est donc pas compliqué.

Slide 2 - Tekstslide


1. Wat wordt in alinea 1 gezegd over het oprichten van een dierentuin?
A
Het is duur
B
Het is eenvoudig
C
Het is niet meer van deze tijd
D
Het is populair

Slide 3 - Quizvraag

(2) Soigner les animaux Au zoo, il y a des soigneurs spéciaux et des vétérinaires. Ils s’occupent de l’alimentation et des médicaments. Les soigneurs apprennent aux animaux à se laisser toucher. Car il est nécessaire pour les vétérinaires de pouvoir toucher les animaux. Sinon ils ne peuvent pas les examiner quand ils sont malades.

Slide 4 - Tekstslide

2. Wat wordt er verteld in alinea 2?
A
Waarom er meerdere dierenartsen zijn
B
welk voedsel gezond is voor dieren
C
wie er voor de dieren zorgen

Slide 5 - Quizvraag

 (3) Les nouveaux animaux Dans les zoos, on retrouve de jeunes animaux. Quand il y a trois bébés éléphants à Amsterdam et qu’il y a trois bébés girafes à Paris, les zoos font souvent un échange. Par exemple, le zoo d’Amsterdam donne un petit éléphant au zoo de Paris. Et le zoo de Paris donne une petite girafe au zoo d’Amsterdam.

Slide 6 - Tekstslide

4. Hoe komen dierentuinen aan nieuwe jonge dieren? (alinea 3)
A
Die kopen ze bij een dierenhandel.
B
die ruilen ze onderling
C
Die verkopen ze aan elkaar.

Slide 7 - Quizvraag

(4) Participer à la vie d’un zoo Tu veux participer à la vie d’un zoo ? Et pas seulement regarder les animaux de loin ? C’est possible dans quelques zoos. A Jurques, tu peux préparer les repas pour les animaux et aider les soigneurs. Tu peux par exemple donner à manger aux petits animaux comme les oiseaux et les singes. A Lyon, tu dois d’abord nettoyer les cages et après tu peux entrer dans la giraferie. A Beauval, il est possible de dormir au zoo ! Demande des renseignements au zoo proche de chez toi pour découvrir les possibilités. 

Slide 8 - Tekstslide

5. In alinea 4 worden meerdere dierentuinen genoemd. In welke dierentuin mag je mee om dieren te voeren?
A
in de dierentuin van Beauval
B
in de dierentuin van Jurques
C
in de dierentuin van Lyon
D
in geen van de genoemde dierentuinen

Slide 9 - Quizvraag

TEKST 8 Nicolas Tié

 (1) Nicolas Tié, un jeune Français de treize ans, est gardien de but. Il a beaucoup de talent et il est déjà très grand (1m85). Actuellement, il joue encore pour Châteauroux, un club en France. Mais à seize ans, Nicolas signera un contrat avec un club étranger : Chelsea, en Angleterre.

Slide 10 - Tekstslide

1. Welke bewering over Nicolas Tié is juist volgens de eerste alinea?
A
Hij is de jongste speler ooit die een voetbalcontract heeft getekend.
B
Hij krijgt op zijn zestiende een contract bij de Engelse club Chelsea.
C
Hij mag meetrainen met het Franse elftal, omdat hij een goede keeper is.

Slide 11 - Quizvraag

(2) Nicolas Tié n’est pas le premier jeune joueur français qui jouera à Chelsea. Dans le passé, le club a déjà acheté ses compatriotes1) Gael Kakuta à seize ans et Jérémie Boga à dix-sept ans. Mais Nicolas Tié doit encore attendre un peu avant de jouer à Chelsea. Il va commencer au club anglais à l’âge de seize ans. Pas plus tôt. La raison ? On a changé les règles du transfert des jeunes joueurs. Maintenant, il faut avoir seize ans pour pouvoir jouer des championnats à l’étranger.

Slide 12 - Tekstslide

2. In alinea 2 wordt gesproken over drie voetbalspelers.
 Geef van elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met alinea 2.

Slide 13 - Tekstslide

Ze komen alle drie uit Frankrijk.

Slide 14 - Open vraag

Ze zijn alle drie op dezelfde leeftijd bij Chelsea begonnen.

Slide 15 - Open vraag

Ze komen alle drie van dezelfde club. Kruis ‘wel’ of ‘niet’ aan in de uitwerkbijlage.

Slide 16 - Open vraag

 (3) Le club Châteauroux où Nicolas joue maintenant est triste parce qu’un de ses grands talents va jouer en Angleterre. Pourtant, Tié reste encore quelques années en France. Avant de commencer à Chelsea, Nicolas va jouer à Poitiers, c’est un autre club français. Son futur club, Chelsea, va contrôler sa progression : le coach des gardiens, Hilario, va voir Nicolas tous les trois mois. Et pendant ses vacances scolaires, Nicolas va participer aux entraînements de Chelsea. 

Slide 17 - Tekstslide

3. Wat gaat Nicolas Tié de komende tijd doen? (alinea 3)
A
Hij blijft keepen bij zijn huidige club totdat hij naar het buitenland gaat.
B
Hij gaat een paar jaar bij een andere Franse club spelen.
C
Hij verhuist naar Engeland om zich daar verder te ontwikkelen

Slide 18 - Quizvraag

Luistervaardigheid
Je gaat kijken en luisteren naar een korte video, na de video worden er vragen over gesteld. Probeer de vragen te beantwoorden, je hoeft de antwoorden niet te noteren. Het gaat om het oefenen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Les questions:
Hoeveel Franse mensen zijn er momenteel?
Hoeveel Franstalige mensen zijn er momenteel?
Wat wordt er bedoeld met de term francophone?
Hoe komt het dat de Franse taal op zoveel verschillende plekken gesproken wordt?
Op welke plaats staat de Franse taal in het rijtje van meest gesproken talen?

Slide 21 - Tekstslide

Au revoir et bonne journée

Slide 22 - Tekstslide