M2 Unit 2 Past S/C +-? comparing much many

Unit 2 Grammatica
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Unit 2 Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Online lessen
  • Communicatie via Teams (Bestanden, Chat, Team berichten).
  • Mondelinge overhoringen afronden / vervallen.
  • Ik maak een planner voor na de vakantie.
  • Camera aan wanneer ik daarom vraag.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de Past Continuous?
A
Als iets in het verleden aan de gang was
B
Als iets nog moet gebeuren
C
Als iets in het verleden gebeurd is en het is niet van belang wanneer
D
Als iets in het verleden gebeurd is en het is van belang wanneer

Slide 3 - Quizvraag

Hoe ziet de Past Continuous er uit?
A
I am playing
B
I play
C
I was playing
D
I played

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de Past Simple?
A
Als iets in het verleden aan de gang was
B
Als iets nog moet gebeuren
C
Als iets in het verleden gebeurd is en het is niet van belang wanneer
D
Als iets in het verleden gebeurd is en het is van belang wanneer

Slide 5 - Quizvraag

Hoe ziet de Past Simple er uit?
A
I am walking
B
I walk
C
I was walking
D
I walked

Slide 6 - Quizvraag

bevestigend:
Yesterday she ________ a fish for dinner.
A
catched
B
caught
C
catching
D
has caught

Slide 7 - Quizvraag

ontkennend
Yesterday she ________ a fish for dinner.
A
didn't caught
B
isn't catching
C
didn't catch
D
hasn't caught

Slide 8 - Quizvraag

vragend:
________ fish for dinner?
A
Did she caught...
B
Did she catched...
C
She didn't catch...
D
Did she catch...

Slide 9 - Quizvraag

Make this sentence into a question:
"We walked to school last week."

Slide 10 - Open vraag

Now make it negative:
"We walked to school last week."

Slide 11 - Open vraag

tables
coffee
much
many

Slide 12 - Sleepvraag

MUCH
MANY
paper
pen
coins
bicycle
tea
woman
chair
milk
paint
sugar
money

Slide 13 - Sleepvraag

Maak nu zelf een zin waarin je het woord much of many correct gebruikt.

Slide 14 - Open vraag