Hoofdstuk 6 Paragraaf 1.

Tekst
Hoofdstuk 6, paragraaf 1
Slavernij in de 19de eeuw.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tekst
Hoofdstuk 6, paragraaf 1
Slavernij in de 19de eeuw.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij doen vandaag?
  • Huiswerkcontrole
  • Studiewijzer
  • Instructie + aantekening
  • Herhaling
  • Aan de slag
  • Afsluiting
Bron 2: In de 18de eeuw was er een economisch stelsel: de driehoekshandel waarin verschillende goederen voor slaven werden geruild en slaven weer voor koloniale goederen. Er zijn zo 11 á 12 miljoen slaven vervoerd. Nederland vervoerde ruim 500.000 slaven in die tijd.

Slide 2 - Tekstslide

Studiewijzer
Week 6
Lesdoel
Opdracht (Weektaak)
22 - 5 / 26 - 05

Je kunt uitleggen onder welke omstandigheden slaven in Noord- en Zuid-Amerika moesten wonen en werken.

Je kunt uitleggen welke betekenis slavernij had voor de Nederlandse koloniën in Amerika

Je kunt uitleggen welke betekenis slavernij had voor Oost-Indië
Lees paragraaf 1 Hoofdstuk 6.

Maak opgave 4 t/m 14

Slide 3 - Tekstslide

Slavernij in Noord- en Zuid-Amerika
1800: Europeanen maken uitvoerig gebruik van tot slaaf gemaakte mensen om katoen, koffie en suiker te verbouwen. 

De leefomstandigheden op de plantages waren slecht: Zwaar werk, geen vrije dagen, weinig eten, lijstraffen, gezinnen uit elkaar gerukt.
Bron 2: Slaaf en slavin op een suikerakker, Suriname

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slavernij in Noord- en Zuid-Amerika
De slaven reageerden verschillend:
1.  Gehoorzamen en overleven
2. Opstand
3. Vluchten

Wat gebeurde er als je werd gepakt?
(zie bron 3)
Bron 3: Tot slaaf gemaakte wordt gestraft door plantagehouder. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slavernij in Noord- en Zuid-Amerika
Slaven die vluchtte werden bestraft met zweepslagen of de dood. 

Later komen de tot slaaf gemaakte mensen in aanraking met de idealen van de Franse Revolutie.

Pogingen tot meer vrijheden mislukken. 
Bron 4: Slavenopstand in Haïti (1791). Slaven eiste mede door de idealen van de Franse Revolutie (1789 - 1799) meer vrijheden. De slavenopstand in Haïti leid tot de vrije zwarte republiek Haïti. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Herhaling (klassikaal)
Geef in eigen woorden een omschrijving van de omstandigheden waar tot slaaf gemaakte mensen verkeerden op plantages in Noord- en Zuid-Amerika. 

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees: Paragraaf 1 van Hoofdstuk 6
Maak: 4 t/m 14

Klaar?
Nakijken.
Samenvatten

Slide 11 - Tekstslide

Tekst
Hoofdstuk 6, paragraaf 1
Slavernij in de 19de eeuw.

Slide 12 - Tekstslide

Wat gaan wij doen vandaag?

  • Studiewijzer
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Afsluiting
Bron 2: In de 18de eeuw was er een economisch stelsel: de driehoekshandel waarin verschillende goederen voor slaven werden geruild en slaven weer voor koloniale goederen. Er zijn zo 11 á 12 miljoen slaven vervoerd. Nederland vervoerde ruim 500.000 slaven in die tijd.

Slide 13 - Tekstslide

Herhaling (klassikaal)
Geef in eigen woorden een omschrijving van de omstandigheden waar tot slaaf gemaakte mensen verkeerden op plantages in Noord- en Zuid-Amerika. 

Slide 14 - Tekstslide

Studiewijzer
Week 6
Lesdoel
Opdracht (Weektaak)
22 - 5 / 26 - 05

Je kunt uitleggen onder welke omstandigheden slaven in Noord- en Zuid-Amerika moesten wonen en werken.

Je kunt uitleggen welke betekenis slavernij had voor de Nederlandse koloniën in Amerika

Je kunt uitleggen welke betekenis slavernij had voor Oost-Indië
Lees paragraaf 1 Hoofdstuk 6.

Maak opgave 4 t/m 14

Slide 15 - Tekstslide

Suriname en de Antillen
Slavernij was in de Nederlandse koloniën van groot belang.
Suriname
Antillen
70% tot slaaf gemaakte
(Suiker, koffie, hout en katoen)
Harde aanpak > slaven vluchten: Marrons.

Marrons vallen plantages aan




35 % tot slaaf gemaakte
(Havenwerk, zoutwinning)
Vluchten op deze eiland was vaak erg lastig. 

Opstand van Tula > wordt neergeslagen.

Slide 16 - Tekstslide

Oost-Indië
1800: 
Ook slaven in Afrika, Arabische wereld en Azië.

Door de grote populatie viel dit een stuk minder op. 

Welke rol hadden de Nederlanders in de slavenhandel in Oost-Indië?
Bron 2: Slavenmarkt in Atjeh op Sumatra een Indonesisch eiland (1873). 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Aan de slag!
Lees: Paragraaf 1 van Hoofdstuk 6
Maak: 4 t/m 14

Klaar?
Nakijken.
Samenvatten

Slide 19 - Tekstslide