Future (all forms)

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke vormen?
  1. Present Simple (stam of stam + s bij he/she/it)
  2. Present Continuous (am/are/is + ww met -ing)
  3. To be going to + hele ww 
  4. Will / Shall + hele ww

Maar wanneer welke vorm?

Slide 2 - Tekstslide

1. Present Simple
Je gebruikt de Present Simple als iets in de toekomst volgens een schema gaat gebeuren. Dit zijn dingen die heel zeker zijn.
Bijvoorbeeld roosters en treintijden.

The train arrives at 9 o'clock tomorrow morning.

Slide 3 - Tekstslide

2. Present Continuous
Je gebruikt de Present Continuous als dingen 
afgesproken / geregeld zijn en vrijwel zeker gaan gebeuren.

My mom and I are visiting Amsterdam this Saturday.
Signaalwoorden: NATTL!
Now - At the moment - tonight/tommorrow
- this monday/this week -  listen!/look!

Slide 4 - Tekstslide

Het verschil tussen de Present Continuous en 
to be going to + hele ww is echter minimaal!

Je kunt deze best wel eens door elkaar heen gebruiken!

Slide 5 - Tekstslide

3. To be going to + hele ww
Je gebruikt to be going to + hele ww als dingen vooraf al gepland zijn en als je een voorspelling doet met bewijs.

Look at those dark clouds! It is going to rain.
I am not going to the school dance tomorrow, because I didn't buy a ticket.

Slide 6 - Tekstslide

4. Will + hele ww
Je gebruikt will  + hele ww als dingen 
spontaan gebeuren en als je een voorspelling doet zonder bewijs (bijvoorbeeld een mening).

I think we will stay inside a few more weeks longer.
Will It rain tomorrow? If not, we are going to the beach!

Slide 7 - Tekstslide

will + not = WON'T

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide



am


is
are
 you
 he
 you
   I
 she
  it
we
they

Slide 10 - Sleepvraag

VRAAGZIN: Zet de woorden in de goede volgorde. 
in the ocean
swim
going to
Simon
is
they
are
going to
buy
new trainers

Slide 11 - Sleepvraag

Chris _____ her grandmother tomorrow.
A
will visit
B
visits
C
is visiting
D
is going to visit

Slide 12 - Quizvraag

________ (open - I) the window?
A
Will I open
B
Am I going to open
C
Shall I open
D
Do I open

Slide 13 - Quizvraag

It _____ rain, I checked the weather
app! So, don't take your umbrella!
A
doesn't
B
shan't
C
won't
D
isn't going to

Slide 14 - Quizvraag

I hope the weather _____ nice.
A
will be
B
is going to be
C
shall be
D
is

Slide 15 - Quizvraag

Let's go to the cinema tonight.
The movie ___ at 8.
A
will start
B
starts
C
is going to start
D
is starting

Slide 16 - Quizvraag

Next week I .... a movie with my brother.
A
shall watch
B
will watch
C
am going to watch
D
are going to watch

Slide 17 - Quizvraag

In the summer break my sister ... her room. It needs some new paint.
A
will re-decorate
B
am going to re-decorate
C
is going to re-decorate
D
won't re-decorate

Slide 18 - Quizvraag

Look. There's not a cloud in the sky.
It .... a sunny day.
A
will be
B
shall be
C
are going to be
D
is going to be

Slide 19 - Quizvraag

My little brother always says he ...
very tall when he grows up.
A
will be
B
shall be
C
is going to be
D
am going to be

Slide 20 - Quizvraag

Extra oefenen met 
de Future?



Slide 21 - Tekstslide