8.4 oppervlakte & 8.5 oppervlakte maten omreken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Afspraken

        Tijdens uitleg --> Ben je stil, zodat iedereen kan luisteren
        Schrijf mee!
        Spullen mee!
        Huiswerk volgende les af

        Oortjes met muziek mogen in tijdens zelfstandig werken.
        

8.4 oppervlakte

doel: ik kan de oppervlakte van een figuur berekenen

herhaling

uitleg

zelfstandig werken

3000 cm = ........ m

1. 30
2. 300
3. 3
4. 0,3

5 km = ..........m

1. 0,005 m
2. 500 m
3. 5.000 m
4. 0,05 m

8.4 Oppervlakte 

6 cm

6,5 cm

8 cm

4 cm

7 cm

8.4 Oppervlakte 

Wat is de oppervlakte van afbeelding 1?

Wat is de oppervlakte van afbeelding 2?

Wat is de oppervlakte van afbeelding 3?

Bereken de oppervlakte van

Bij een samengesteld figuur, verdeel het figuur in rechthoeken

8.5 Oppervlaktematen omrekenen

Een oppervlakte-eenheid is een maat voor de grootte van een bepaald oppervlak of gebied. Bij het omrekenen van eenheden, reken je met de stapgrootte.

De bekendste standaardmaat voor de oppervlakte is de vierkante meter. Het symbool is m²

8.5 oppervlaktematen omrekenen

 

1 m2 = 1 m x 1 m 

Je berekent de oppervlakte van een kubus of balk  met:

lengete x breedte = oppervlakte

8.5 Oppervlaktematen omrekenen

Voorbeeld:

6 km² = .... m

Stap 1:

Ga ik naar links of rechts op het schema?

Stap 2:

Hoeveel stappen moet ik zetten?

Stap 3:

Bereken het antwoord.

Naar rechts, dus x

We zetten drie stappen naar rechts, dus x 100 x 100 x 100

6 x 100 x 100 x 100 = 6 000 000

Dus 6 km² = 6 000 000 m²

Figuren verdelen

Om de oppervlakte van dit figuur te kunnen berekenen zou je de figuur in rechthoeken kunnen verdelen.

Oppervlakte A:

Oppervlakte B:

Oppervlakte C:

Figuren verdelen

Oppervlakte A:

1,5 x 1,5 = 2,25

Oppervlakte B:

Figuren verdelen

Oppervlakte A:

1,5 x 1,5 = 2,25

Oppervlakte B:

1,5 x 1 = 1,5

Oppervlakte C:

Figuren verdelen

Oppervlakte A:

1,5 x 1,5 = 2,25

Oppervlakte B:

1,5 x 1 = 1,5

Oppervlakte C:

2 x 1,5 = 3

2,25 + 1,5 + 3 = 6,75

Dus de oppervlakte is 6,75 m²

Figuren verdelen

Oppervlakte A:

1,5 x 1,5 = 2,25

Oppervlakte B:

1,5 x 1 = 1,5

Oppervlakte C:

2 x 1,5 = 3

Even oefenen.....

Je krijgt een aantal meerkeuzenvragen. Probeer steeds het juiste antwoord te geven.

Ken jij je het rijtje oppervlaktematen al uit je hoofd? 

Sleep de oppervlaktematen naar de juiste plek.  

km²

hm²

dam²

m²

dm²

cm²

mm²

Sleep de antwoorden naar de juiste plek

3 hm² = .. dm²

0,2 km² = .. m²

5 km² = .. m²

3000 cm² = .. m²

20 m² = .. dm²

2000

200000

5000000

0,3

3000000

300

200

500 000 m2 = ____ km2

1. 500
2. 5
3. 0,5

Aan de slag

Opdracht 33 t/m 40

Moeilijk?     »» O opdrachten

Makkelijk?   »»  U opdrachten

       Klaar?        »» Nakijken en verbeteren

             Niet klaar?        »» Huiswerk voor de volgende les