Trias politica oefenen

Trias politica oefenen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Trias politica oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1: Wat is de trias politica?
A
De scheiding van de machten in drie onderdelen.
B
Een systeem waarbij de overheid alle macht heeft.
C
Een vorm van democratie zonder scheiding van machten.
D
Een systeem waarbij de koning alle macht heeft.

Slide 2 - Quizvraag

Welke drie machten worden onderscheiden in de trias politica?
A
Economische, politieke en sociale macht.
B
Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht
C
Wetgevende, militaire en rechterlijke macht
D
Rechterlijke, economische en politieke macht.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de rol van de wetgevende macht in de trias politica?
A
Het uitvoeren van wetten.
B
Het controleren van de rechterlijke macht.
C
Het maken van wetten
D
Het handhaven van wetten.

Slide 4 - Quizvraag

Wat doet de uitvoerende macht?
A
Het controleren van de wetgevende macht.
B
Het maken van nieuwe wetten.
C
Het rechtspreken in conflicten.
D
Het uitvoeren van wetten.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de taak van de rechterlijke macht?
A
Het uitvoeren van wetten
B
Het controleren van de uitvoerende macht
C
Het maken van nieuwe wetten.
D
Het controleren of wetten goed worden nageleefd en recht spreken

Slide 6 - Quizvraag

Waarom is de scheiding van machten belangrijk?
A
Het voorkomt dat één persoon of groep te veel macht krijgt.
B
Het zorgt ervoor dat de koning machtiger is dan de regering.
C
Het geeft de politie meer macht over de rechterlijke macht.
D
Het zorgt ervoor dat de rechter de baas is over de wetgevende macht.

Slide 7 - Quizvraag

Welke macht heeft de meeste invloed op het maken van wetten?
A
Uitvoerende macht
B
Rechterlijke macht.
C
Wetgevende macht.
D
Economische macht.

Slide 8 - Quizvraag

Wie maakt deel uit van de wetgevende macht in Nederland?
A
De rechters.
B
De ministers.
C
De politie.
D
Het parlement

Slide 9 - Quizvraag

Wie voert de wetten uit in Nederland?
A
De rechters.
B
De ministers en de regering
C
Het parlement.
D
De koning.

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebeurt er als de machten niet goed gescheiden zijn?
A
Dan heeft iedereen meer vrijheid.
B
Dan kan één persoon of groep te veel macht krijgen
C
Dan werken de verschillende machten beter samen.
D
Dan kan de rechterlijke macht alles bepalen.

Slide 11 - Quizvraag

Wie controleert in Nederland of de uitvoerende macht goed functioneert?
A
De rechters.
B
Het parlement
C
De koning.
D
De ministers zelf.

Slide 12 - Quizvraag

Wat gebeurt er als de rechterlijke macht corrupt is?
A
Dan werken de wetten beter.
B
Dan kan de uitvoerende macht meer macht krijgen
C
Dan wordt het vertrouwen in de rechtsstaat aangetast.
D
Dan heeft de wetgevende macht meer macht.

Slide 13 - Quizvraag