Present continuous recap + vocab

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

IKWYDLW- Read for 10 minutes
Or answer questions in the reading file.
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Welcome back class!
Today is the 4th of December

Slide 5 - Tekstslide

How are you feeling today?
A
B
C
D

Slide 6 - Quizvraag

By the end of this lesson....
you will know how to use the present continuous to talk about what is happening right now.

you will know how to use the present continuous in the negative form.

Slide 7 - Tekstslide

Our planning for today
We started with reading.
We checked ourselves and the lesson goals.

We are going to recap the Present Continuous.
We are going to practice with the Present Continuous.


Slide 8 - Tekstslide

The present continuous in Dutch is...
A
De verleden tijd.
B
De tegenwoordige tijd (Duurvorm).
C
Nu versus de toekomst.
D
De Present Simple.

Slide 9 - Quizvraag

TAKE NOTES!!!!
The present continuous (PC) = De duurvorm van de tegenwoordige tijd

In het Engels zijn er woordjes (signaalwoorden) waarmee je herkent dat het om het NU gaat. Kijk bijvoorbeeld naar de volgende zinnen. De present continuous is schuingedrukt en de signaalwoorden zijn dikgedrukt:

I am reading the newspaper right now.
He is laughing at me at the moment.
Do your hear that as well? She is waking up!
Cynthia is currently cycling to school.

Slide 10 - Tekstslide

Je maakt de Present Continuous zo:
Welke twee werkwoorden?

Slide 11 - Open vraag

Hoe maak je de present continuous?
Om de present continuous te maken heb je altijd 2 werkwoorden nodig. Namelijk een vervoeging van to be + werkwoord met -ing erachter.

Slide 12 - Tekstslide

How many exceptions are there in the Present Continuous
A
3
B
4
C
6
D
5

Slide 13 - Quizvraag

Would you like more explanation about the exceptions?
A
Yes please
B
No thank you

Slide 14 - Quizvraag

The Present Continuous - Exercises
Questions? Write them down.
A step by step on 'What to do now?
Step 1. Work on the handout sheet in silence.
Step 2. Check your answers by using the key. 
Step 3. Check your homework by using the key.
Step 4. Start working on Workbook page 44. 
Step 5. Tell your teacher you're finished.




Slide 15 - Tekstslide

Homework
Workbook page 44

Slide 16 - Tekstslide

By the end of this lesson....
you will know how to use the present continuous to talk about what is happening right now.

you will know how to use the present continuous in the negative form.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Tekstslide

Exception 1 (uitzondering)
Werkwoorden die eindigen op een -e:

1. to have: He is having dinner.
2. to give: Our father is giving us many compliments.

--> de -e verdwijnt en je plakt -ing erachter.

Slide 20 - Tekstslide

Exception 2 
Werkwoorden die eindigen op -c:

1. to panic: She is panicking.

--> krijgen een k erbij voor -ing.

Slide 21 - Tekstslide

Exception 3
Bij korte werkwoorden, die één klinker hebben:

1. to swap: They are swapping their Ipods, while they are listening each others music.
2. to cut: The barber is cutting her hair.
3. to stop: Look! The police is stopping that criminal.

--> je verdubbelt de medeklinkers voor -ing.

Slide 22 - Tekstslide

Exception 4
Let op, dit geldt niet voor werkwoorden die eindigen op één klinker en een -y.
1. We are playing some nice games.
2. She is enjoying the sunny day.
3. They are buying new clothes.
--> je gebruikt gewoon het werkwoord en plakt er -ing achter. 

Slide 23 - Tekstslide

Exception 5
Werkwoorden die eindigen op een l, met één klinker ervoor:

- to travel: Mark is travelling to Canada as we speak.
--> je verdubbelt de l.

Slide 24 - Tekstslide