Neerslag: De verschillende manieren waarom water terugvalt naar de aarde. Denk aan regen, hagel, sneeuw, etc.
Verdamping: Het proces waarin een vloeistof een gas wordt.
Infiltratie: Een proces waarmee water de bodem ingaat
Waterdamp: De staat van water als gas
Condensatie: Het proces waarbij iets van een. gas een vloeistof wordt
Waterkringloop: Het proces waarin water terugkomt naar de zee door verdamping, neerslag, en via grondwater en rivieren
Korte waterkringloop: The process in which sea water evaporates and falls back into the sea through clouds and precipitation.
Lange waterkringloop: The process in which sea water evaporates and flows back to the sea through clouds, precipitation, groundwater and rivers.
Gletsjer: Grote massa's ijs die bovenop een berg opstapelen en langzaam naar beneden glijden
Stijgingsregen: Regen die ontstaat als het heel warm is en er veel water verdampt en opstijgt.
Stuwingsregen: Regen die ontstaat wanneer lucht tegen de bergen aanwaait en gedwongen wordt te stijgen.
Frontale regen: Regen ontstaat doordat warme en koude lucht elkaar ontmoeten. Warme lucht wordt gedwongen op te stijgen waarna het condenseert.