In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Procenten
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kunnen jullie...
- Procentuele toe- en afname berekenen
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik
Laptops open
Slide 3 - Tekstslide
Je loopt in de winkel en ziet het spel wat je al een tijdje wilt kopen. Op het kaartje staat de prijs exclusief btw. De prijs op het kaartje bedraagt €25 en de btw bedraagt 21%. Hoeveel kost het spelletje nu?
A
25+0,21⋅25=30,25
B
25−0,21⋅25=19,75
C
25+25(0,21)=25,008...
D
25−25(0,21)=24,991...
Slide 4 - Quizvraag
Een iPhone kost €950. Hij is in de aanbieding en je krijgt nu 15% korting. Hoeveel kost de iPhone nu?
A
950+0,15⋅950=1092,5
B
950−950(0,15)=949,999...
C
950+950(0,15)=950,000...
D
950−0,15⋅950=807,5
Slide 5 - Quizvraag
Procentuele toename berekenen
Slide 6 - Tekstslide
Je ziet hier twee poppetjes die salarisverhoging krijgen. Wie denk je dat er, vergeleken met zijn oude salaris, procentueel gezien het meest omhoog gaat?
A
A
B
B
Slide 7 - Quizvraag
Procentuele toename berekenen
Bereken
Toename = nieuw - oud
Poppetje A
Poppetje B
In plaats van toename wordt er gesproken van absolute toename.
Procentuele toename wordt ook relatieve toename genoemd.
Slide 8 - Tekstslide
Procentuele afname berekenen
Slide 9 - Tekstslide
Een iPhone kostte €800 De iPhone kost nu €700 Wat is de procentuele afname? (De antwoorden zijn in procenten)
A
800700⋅100=78,5
B
700(800−700)⋅100=14,285...
C
800(800−700)⋅100=12,5
D
800(700−800)⋅100=−12,5
Slide 10 - Quizvraag
Procentuele afname berekenen
.
Afname = oud - nieuw
We kunnen ook de formule voor procentuele toename gebruiken.
Is de uitkomst postitief dan is het een toename.
Is de uitkomst negatief dan is het een afname.
Slide 11 - Tekstslide
Procentuele afname berekenen
Een telefoonabonnement kost normaal €39,95 per maand.
Het abonnement is tijdelijk in de aanbieding voor €24,95 per maand.
Hoeveel korting krijg je op je maandelijkse abonnement?
Slide 12 - Tekstslide
Kun je met de formule van procentuele toename ook de procentuele afname berekenen?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Een kat woog in 2017 4,1 kg. In 2020 woog de kat nog maar 3,5 kg. Hoeveel kg weegt de kat minder in procenten? (De antwoorden zijn in procenten)
A
(4,1−3,5)⋅100=60
B
4,1(4,1−3,5)⋅100=14,634...
C
4,1(3,5−4,1)⋅100=−14,634...
D
(3,5−4,1)⋅100=−60
Slide 14 - Quizvraag
Laptops dicht
Zelfstandig werken
Maken opgaven 15, 16, 17, 19 en 20
Slide 15 - Tekstslide
Lesdoelen behaald?
Aan het einde van de les kunnen jullie...
- Procentuele toe- en afname berekenen
Slide 16 - Tekstslide
Laptops open
Slide 17 - Tekstslide
Een voetbal kostte eerst €12. De voetbal kost nu €14. Hoeveel procent is er bij of afgegaan? (De antwoorden zijn in procenten)
A
(14−12)⋅100=200
B
14(14−12)⋅100=12,285...
C
12(12−14)⋅100=−16,666...
D
12(14−12)⋅100=16,666...
Slide 18 - Quizvraag
Een playstation spelletje kost nu €42,95. Vorige week kostte het spelletje €50. Hoeveel procent is er bij of afgegaan? (De antwoorden zijn in procenten)