Dit deel gaat over waarom water belangrijk is voor dieren, hoe dieren water gebruiken en hoe dieren zich kunnen aanpassen aan water.
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Deel 1
Dit deel gaat over waarom water belangrijk is voor dieren, hoe dieren water gebruiken en hoe dieren zich kunnen aanpassen aan water.
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Kunnen:
De functies voor water bij dieren en planten noemen.
De onderdelen van het menselijk bloed benoemen en hun functie geven.
Een dierlijke en een plantaardige cel tekenen, de onderdelen benoemen en hun functie geven.
Uitleggen waardoor planten en dieren hun stevigheid krijgen en hoe ze zijn aangepast aan hun milieuerschillende functies van water opnoemen
Slide 2 - Tekstslide
Hoe kun je dit bereiken?
Lees eerst voor jezelf Basisstof 2 van Module 5 door.
Bekijk dan deze LessonUp les (incl. filmpjes + oefenen).
Maak tot slot de Huiswerk opdrachten.
Huiswerkopdrachten: 15, 16, 17, 19, 20, 23, 25, 26, 28 Veel succes en groet, Hellen
Slide 3 - Tekstslide
Water is belangrijk
Je lichaam bestaat voor ca. 60% uit water.
Dit zit grotendeels opgeslagen in het cytoplasma van je cellen. In je bloed zit ook veel water.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
bloed
Je hebt ongeveer 5-6 liter bloed, waarvan 4-5 liter water is.
Bloed transporteert stoffen door ons lichaam (zuurstof/koolstofdioxide/opgeloste voedingsstoffen)
Bloed transporteert ook warmte door ons lichaam.
Slide 6 - Tekstslide
bloedplasma
7% plasma-eiwitten
91% water
2% opgeloste stoffen (voedingsstoffen, zuurstof, koolstofdioxide, en andere afvalstoffen)
Slide 7 - Tekstslide
Stevigheid dieren
Inwendig skelet:
Skelet zit aan de binnenkant vb. de mens
Uitwendig skelet:
Skelet zit aan de buitenkant vb. de krab
Geen skelet:
Geen skelet vb. de kwal
Inwendig skelet
Uitwendig skelet
Geen skelet
Slide 8 - Tekstslide
Aanpassing tegen uitdroging
Reptielen, vogels en zoogdieren hebben een dikke hoornlaag => hierdoor kan het water moeilijke naar buiten
Insecten hebben een dik pantser dat ook geen water doorlaat.
Hoornlaag
Pantser
Slide 9 - Tekstslide
Aanpassing Waterdieren
Sommige vissen, zoals paling en zalm, kunnen tijdelijk het zoutgehalte in hun lichaam aanpassen aan het zoutgehalte van het water.
Zalm
Zalm wordt geboren in zoet water. Jonge zalmen zwemmen dan naar de zee en worden daar groot. Volwassen zalmen zwemmen vervolgens weer terug naar het zoete water en planten zich daar voort. Na de voortplanting sterven de zalmen in het zoete water. De jonge zalmen zwemmen vervolgens weer naar zee...
Paling
Paling wordt geboren in de zee en zwemt als jonge paling naar zoet water. Daar groeit hij groter en als hij volwassen is zwemt hij weer terug naar zee. Daar planten ze zich voort en sterft de paling.
Slide 10 - Tekstslide
Je lichaam bestaat voor ..... uit water.
A
50 %
B
60 %
C
70 %
D
90 %
Slide 11 - Quizvraag
In je lichaam zit 5-6 liter bloed. Dit bloed bestaat voor .... liter uit water.
A
2-3
B
3-4
C
4-5
D
5-6
Slide 12 - Quizvraag
Kijk naar het plaatje en geef aan wat A voorstelt:
A
Bloedcellen
B
Bloedplasma
Slide 13 - Quizvraag
Kijk naar het plaatje en geef aan wat B voorstelt:
A
Bloedplasma
B
Bloedcellen
Slide 14 - Quizvraag
Kijk naar het plaatje en geef aan wat A, B en C voorstellen:
Kijk naar het plaatje en geef aan wat A voorstelt:
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen
Slide 17 - Quizvraag
Kijk naar het plaatje en geef aan wat B voorstelt:
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen
Slide 18 - Quizvraag
Willem zegt dat water voor de mens belangrijk is omdat we voor 60% uit water bestaan. Rianne zegt dat water voor de mens belangrijk is, omdat het een ongeboren kind beschermt. Wie heeft gelijk?
A
Willem heeft gelijk
B
Rianne heeft gelijk
C
Ze hebben geen van beiden gelijk
D
Ze hebben beiden gelijk
Slide 19 - Quizvraag
Omdat je veel vocht verliest moet je per dag 1,5 L water drinken. Hoe verlies je dit vocht dan?
A
Urine en ontlasting
B
Tranen en Snot
C
Uitgeademde lucht en zweet
D
Alle antwoorden
Slide 20 - Quizvraag
Deel 2
Dit deel gaat over waarom water belangrijk is voor planten en hoe planten water gebruiken.
Slide 21 - Tekstslide
Water is belangrijk
Water is voor planten een transportmiddel, het vervoert het water van de wortels naar de bladeren.
Water is voor planten ook een bouwstof. In het water zitten nl. belangrijke voedingsstoffen opgelost.
Slide 22 - Tekstslide
Stevigheid bij planten
Slide 23 - Tekstslide
Stevigheid planten
Kruidachtige planten:
Stevigheid door water => Turgor,
maar ook enigszins door vaatbundels.
Houtachtige planten:
Stevigheid door hout (houtvaten)
Bastvaten
Houtvaten
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
KRUIDACHTIGE PLANT
* stevig door water in vacuole wat tegen celwand aandrukt
Slide 26 - Tekstslide
Delen van een plant
Wortel: zuigt water en mineralen op
Stengel: Houdt de plant rechtop en vervoert water en mineralen
Blad: Bevat nerven
Nerven: Geven stevigheid en vervoeren minderalen en water
Bloemen: Maken vruchten en zaden
Slide 27 - Tekstslide
Hoe blijft de plant rechtop staan?
Als een plant geen water krijgt, gaat hij slap hangen
Kruidachtige planten: hebben water nodig voor stevigheid
(bloemen, groenten)
Vacuole zuigt zich vol, drukt tegen de celwand
Houtachtige planten: hebben dikke stevige celwanden (bomen en struiken) LET OP! Bladeren hebben geen houtcellen!
Slide 28 - Tekstslide
Hoe komt het water boven in het blad?
Slide 29 - Tekstslide
Hoe komt het water boven in het blad?
Wortelhaar --> wortel --> stengel --> blad
De bladeren verdampen water door de huidmondjes. Die huidmondjes kunnen planten open- en dichtmaken.
Slide 30 - Tekstslide
Aanpassing tegen uitdroging
Waslaagje op het blad => water kan niet via dit laagje naar buiten.
Kleine dikke bladeren => veel water opslaan.
Groot wortelstelsel => veel water opzuigen.
Slide 31 - Tekstslide
Waterplanten
Het water van de zee bevat ca. 3% zout. In een landplant zit minder zout.
Water gaat altijd van een oplossing met een laag zoutgehalte naar een oplossing met een hoog zoutgehalte.
Dit betekent dat een landplant niet in zout water kan leven. Er zijn echter planten die zich hieraan hebben aangepast.
Zeekraal
Zeekraal heeft bladeren met een dikke waslaag en lijkt wel wat op een vetplant. Zeekreel houdt zout vast in zijn wortels, maar aan het einde van de zomer gaat hij toch dood. Hij heeft zich dan inmiddels al voortgeplant d.m.v. zaden. En in het voorjaar ontstaan hier weer nieuwe zeekraal plantjes uit.
Zeekraal smaakt een beetje zout.
Lamsoor
Lamsoor heeft viltig en witachtige bladeren en paarse bloemen.
Slide 32 - Tekstslide
Waarom hebben planten bloemen?
A
Voor voortplanting
B
Voor vogels
C
Voor suiker te maken
D
Voor zonlicht op te vangen
Slide 33 - Quizvraag
Wat zit er allemaal in een plantencel?
Slide 34 - Open vraag
Met welke delen vervoert de plant water en mineralen?
A
Wortels, Stengel, Bloemen
B
Wortels, Stengel, Nerven
C
Vrucht, Stengel, Nerven
Slide 35 - Quizvraag
Wat is de functie van de celwand?
Slide 36 - Open vraag
wat is de functie van de celkern?
Slide 37 - Open vraag
Wat zijn de functies van de vacuole?
Slide 38 - Open vraag
Hoe zie je aan een boom of struik dat hij te weinig water heeft?
Slide 39 - Open vraag
Waarom gaan alleen de bladeren van een boom of struik slap hangen als ze te weinig water hebben?
Slide 40 - Open vraag
Een plant verwelkt. De turgor van de cellen...
A
daalt
B
stijgt
Slide 41 - Quizvraag
Wat is geen manier van stevigheid voor de plant
A
Vezels
B
Houtstof
C
Turgor
D
Sluitcellen
Slide 42 - Quizvraag
waardoor is een plant stevig?
A
door houtvaten en bastvaten
B
door vezels en houtvaten
C
door houtvaten en turgor
D
door vezels, turgor, en houtvaten
Slide 43 - Quizvraag
Hoe noemen we de druk die ervoor zorgt dat plantencellen stevig zijn?
A
Turgor
B
Gortur
C
Plasmolyse
D
Lysoplasten
Slide 44 - Quizvraag
Het kan aan zee voorkomen dat zoetwaterplanten worden overspoeld met zeewater. De turgor van de cellen van deze planten neemt af. Waardoor wordt de daling van de turgor voornamelijk veroorzaakt?