Stijlfiguren doorstroom Boomgaard

Reclame & stijlfiguren
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Reclame & stijlfiguren

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het doel van reclame?

Slide 2 - Open vraag

Bewust én onbewust beïnvloedt reclame ons handelen en denken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Laat jij je beïnvloeden door reclame?
JA
NEE

Slide 4 - Poll

Slide 5 - Video

Er wordt enkel reclame gemaakt voor nieuwe producten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Aan welk merk doet dit liedje je denken?

Slide 7 - Open vraag

Hoe verleiden reclamemakers het publiek om bepaalde producten te kopen? Welke trucjes gebruiken ze?

Slide 8 - Woordweb

Welke taalmiddelen gebruiken ze om potentiële klanten aan te zetten tot kopen?

Slide 9 - Woordweb

Reclame speelt soms in op actuele gebeurtenissen.
JA
NEE

Slide 10 - Poll

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Een goede slogan ...

Slide 14 - Open vraag

Van welke stijlfiguren maken reclamemakers soms gebruik?

Slide 15 - Open vraag

Stijlfiguren
Een stijlfiguur gebruiken is 'kunstig' met taal spelen om een bepaald effect te bereiken. Stijlfiguren worden gebruikt om teksten iets extra's te geven, om ze levendig te houden, om een poëtisch effect te creëren ... Ze komen vaak voor in reclame, poëzie en toespraken. 

We onderscheiden in deze les 7 stijlfiguren.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Stijlfiguren 
1. vergelijking
= Je gebruikt een vergelijking als er een overeenkomst of een verschil is tussen twee of meer personen of zaken. Tussen de delen van een vergelijking staan woorden als 'als, zoals, dan of gelijk'. 

vb. Goedkoper dan de concurrent
       Zo sterk als een beer
       Zo trots als een pauw

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Auto’s van het merk Volkswagen worden gepresenteerd als rode bloedcellen
Een metafoor is een koppeling tussen twee domeinen: men gebruikt het beeld van een bloedbaan om iets te zeggen over auto’s. 
"Sometimes, without knowing why, your heart beats faster." New Beetle.

Slide 21 - Tekstslide

Stijlfiguren 
2. Metafoor
= Een metafoor is een vorm van beeldspraak waarbij geen vergelijkingswoord wordt gebruikt. Alleen het beeld is gebleven. Personen of zaken worden dan met elkaar gecombineerd zonder de woorden als, zoals of gelijk.
Associaties oproepen!

vb.  Burger King: de koning van alle burgers
       Het leven is een weg met kuilen en hobbels.
       Mijn ouderlijk huis is nog steeds een veilige haven voor mij.
       Voetbal is oorlog.






Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Stijlfiguren 
3. Personificatie
= In een personificatie (of verpersoonlijking) worden dieren of levenloze voorwerpen als een persoon voorgesteld of krijgen ze menselijke eigenschappen. 

vb. Bloemen houden van mensen
      De toekomst lacht ons toe


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Stijlfiguren 
4. Tegenstelling
= Je gebruikt een tegenstelling als je een contrast duidelijk wil maken:
duur - goedkoop , veel- weinig, kort - lang, groot - klein

vb. Een kleine prijs voor een groot cadeau
       Wij steunen elkaar door dik en dun.
       In ziekte en gezondheid bleef het verliefde stel bij elkaar.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Stijlfiguren 
5. Overdrijving / hyperbool
= Een overdrijving of hyperbool wordt gebruikt om een bepaalde eigenschap extra (overdreven) in de verf te zetten.

vb. 'Het is leuk als je weet dat je de snelste bent.' (Telenet)
       'Wast witter dan wit' = ?
       Ze weende een zee van tranen.
       Ik heb een eeuw staan wachten.
       Ik ben in een seconde terug.
       Ik heb me doodgelachen.
       Ik sterf van de honger.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Stijlfiguren 
6. Woordspeling
= Een woordspeling is een combinatie van woorden die een komisch effect veroorzaakt.

vb. Husk haardvuren ... Met wie ga jij vlammen? 
Drink met maten, nooit alleen.
Vegetariërs met ijzertekort snijden in eigen vlees.
Landbouwsector boert achteruit.


Slide 30 - Tekstslide

Heerlijk, Helder, Heineken

Slide 31 - Tekstslide

Stijlfiguren 
7. Alliteratie
= Bij een alliteratie zijn de eerste klinkers of medeklinkers van twee of meer beklemtoonde woorden identiek.

vb. Cup-a-Soup, dat zouden meer mensen moeten doen. 
       Today, Tomorrow, Toyota.
       Verrassend volledig, verbazend voordelig = ?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Stijlfiguren worden niet enkel in reclame gebruikt. In welke andere tekstsoorten wordt ook vaak gebruik gemaakt van stijlfiguren om interesse te wekken en de tekst levendig te houden?

Slide 34 - Open vraag

Het gebruik van stijlfiguren
  • een toespraak
  • reclame
  • een betoog
  • boeken
  • gedichten
  • muziek

Slide 35 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een alliteratie of een personificatie (in een context naar keuze).

Slide 36 - Open vraag

"Het voelt alsof mijn hart mijn hoofd verraadt."
Van welke stijlfiguur maakt Pommelien Thijs gebruik in haar liedje 'ongewoon'?
A
Metafoor
B
Alliteratie
C
Vergelijking
D
Personificatie

Slide 37 - Quizvraag

Van welke stijlfiguur maakt Vanish gebruik in deze slogan?
"vertrouw Vanish - vergeet vlekken"
A
Vergelijking
B
Alliteratie
C
Tegenstelling
D
Metafoor

Slide 38 - Quizvraag


"Ik stierf van verdriet" is een...
A
Hyperbool
B
Metafoor
C
Woordspeling
D
Tegenstelling

Slide 39 - Quizvraag

Van welke stijlfiguur maakt Euromillions gebruik? "Euromillions - word schandalig rijk"
A
Tegenstelling
B
Hyperbool
C
Personificatie
D
Alliteratie

Slide 40 - Quizvraag

Oefenen 
1. Opdracht Marco Borsato- Zij:
Lees de songtekst terwijl je luistert naar het nummer van Marco Borsato. Welke stijlfiguren herken je in het lied? Duid aan en benoem.
2. Maak de zelfstandige opdracht.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Vragen? 

Slide 43 - Tekstslide