par 3.3 Bouwstenen van stoffen

Moleculen en atoomen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Moleculen en atoomen

Slide 1 - Tekstslide

Moleculen en atomen
Bekende moleculen:
  • H2O
  • CO2
  • O2
  • CH4 
  • NH3

Slide 2 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist?
A
een atoom is opgebouwd uit een of meer moleculen.
B
een molecuul is bij alle stoffen ongeveer even groot.
C
een molecuul is een bouwsteen van een atoom.
D
een molecuul is opgebouwd uit een of meer atomen.

Slide 3 - Quizvraag

Molecuulmodel
Een model is een hulpmiddel
Je ziet een molecuul als een bolletje.


Uitgangspunten molecuulmodel:
  1. Elke stof bestaat uit kleine deeltjes: moleculen.
  2. Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen.
  3. Moleculen van één stof zijn aan elkaar gelijk.
  4. Moleculen zijn altijd in beweging en trekken elkaar aan.
Uitleg slide

Slide 4 - Tekstslide

Het molecuulmodel
  • Elke stof bestaat uit moleculen
  • Elke stof zijn eigen soort moleculen
  • Moleculen bewegen altijd
  • Hoe hoger de temperatuur hoe snelle moleculen bewegen
  • Moleculen trekken elkaar aan 
  • Er zit niets tussen de moleculen

Slide 5 - Tekstslide

Stoffen bestaan dus uit moleculen. 
Hieronder staan drie afbeeldingen. 
Koppel de juiste afbeelding aan de juiste fase. 
Vaste fase
Vloeibare fase
Gasvormige fase

Slide 6 - Sleepvraag

kenmerkende regelmatige structuur van veel vaste stoffen
De drie toestanden waarin je stoffen kunt tegenkomen. vaste stof, vloeistof en gas. 
toestand waarbij een stof gasvormig is. 
Waterdamp bijvoorbeeld staat uit water in de gasvormige toestand. 
toestand waarin een stof zich kan bevinden. IJs bestaat bijvoorbeeld uit water dat in een vaste toestand bevindt. 
druppels of ijskristallen die door de weersomstandigheden ontstaan. 
zeer koude regen die bevriest als hij de bevroren grond raakt. 
toestand waarbij een stof vloeibaar is.
vloeistof
kristalstructuur
gas
vaste stof
neerslag
ijzel
fasen 

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Molecuulmodel
  • Een stof (iets dat massa heeft) bestaat uit moleculen
  • Elke stof heeft zijn eigen moleculen
  • Een zuivere stof bestaat uit 1 molecuulsoort
  • Een mengsel bestaat uit meerdere stoffen, dus meerdere molecuulsoorten
  • Alle moleculen zijn altijd in beweging
  • Gassen trillen het meest, vaste stoffen het minst
  • Bij 0 K stoppen de moleculen met bewegen

Slide 9 - Tekstslide

Micro- & Macroniveau
Macroniveau is alles wat tastbaar en waarneembaar is

Op microniveau kijk je naar de moleculen & atomen

Slide 10 - Tekstslide

Als je naar moleculen en atomen kijkt dan kijk je op
A
microniveau
B
macroniveau

Slide 11 - Quizvraag

Als water kookt zie ik waterdamp ontstaan. Dit is een waarneming op macroniveau
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag