Kerst: Luistertekst en quiz
1 / 25
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Luister nog een keer.
Vraag: Fayza heeft geen kerstboom. Waarom niet?
Vraag: Fayza heeft geen kerstboom. Waarom niet?
A
Ze vindt kerstbomen niet mooi.
B
Kerst vieren hoort niet bij haar geloof.
C
Ze vindt kerstbomen te duur.
D
De winkels zijn dicht.
Slide 3 - Quizvraag
Wanneer gaan Betty en Fayza naar het tuincentrum?
A
Zaterdagmiddag om 15.00 uur.
B
Morgenmiddag om 17.00 uur.
C
Morgenmiddag om 15.00 uur.
D
Zaterdagochtend om 10.00 uur.
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wat vieren veel mensen op 25 en 26 december?
A
Pasen
B
Sinterklaas
C
Kerstmis
D
Suikerfeest
Slide 8 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
de kerstboom
B
de kerstkaart
C
de kerstkaart
D
de kerstkrans
Slide 9 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
de kerstkaart
B
de kerstboom
C
de kerstkrans
D
de kerstballen
Slide 10 - Quizvraag
Wie is dit?
A
oom Hans
B
de kerstman
C
Sinterklaas
D
het rendier
Slide 11 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
de kerstkaart
B
de kerstbal
C
de kerstboom
D
de kerstkrans
Slide 12 - Quizvraag
Hoe heet dit dier?
A
de ijsbeer
B
de pandabeer
C
het loopdier
D
het rendier
Slide 13 - Quizvraag
Wat doen de kinderen?
A
schaatsen
B
sleeën
C
rennen
D
skiën
Slide 14 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
de kerstkrans
B
de kerstkaart
C
de kerstboom
D
de kerstman
Slide 15 - Quizvraag
Wat doen deze kinderen?
A
sleeën
B
skiën
C
springen
D
schaatsen
Slide 16 - Quizvraag
Er liggen veel ...........
onder de kerstboom.
onder de kerstboom.
A
kaartjes
B
pakjes
C
cadeautjes
D
kaarsjes
Slide 17 - Quizvraag
Veel mensen gaan in de weken voor Kerstmis naar een .............
A
kerstmarkt
B
kerststal
C
kerstboom
D
kersthuis
Slide 18 - Quizvraag
A
de kaas
B
de kaart
C
de krans
D
de kaars
Slide 19 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
de ster
B
de kerstbal
C
de piek
D
de kaars
Slide 20 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
de oliebal
B
de oliebol
C
de appelflap
D
de kerstbal
Slide 21 - Quizvraag
Wat is 1 januari voor feestdag?
A
Kerstmis
B
Oudjaarsdag
C
Nieuwjaarsdag
D
Sinterklaas
Slide 22 - Quizvraag
Op 1 januari zeg je tegen mensen:
A
De beste wensen!
B
Gefeliciteerd!
C
Fijne dag!
D
Gelukkig Nieuwjaar!
Slide 23 - Quizvraag
Wat vind jij leuk aan Kerstmis? Typ een woord.
