Cours du 4 octobre : les tâches ménagères / les mots interrogatifs

Cours du 4 octobre : les tâches ménagères / les mots interrogatifs
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Cours du 4 octobre : les tâches ménagères / les mots interrogatifs

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objectifs

  • apprendre le vocabulaire des tâches ménagères
  • exprimer la cause
  • parler des tâches ménagères chez vous
  • réviser les mots interrogatifs

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Partie 1 : Les tâches ménagères
house chores

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire : Sur wordreference.net, cherchez le sens des mots suivants 
le linge
la chambre
l'aspirateur
la serpillière
la poubelle
la vaisselle
débarrasser


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire
Associez chaque verbe avec un nom pour trouver les tâches ménagères 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ranger
passer
passer
débarrasser
laver
sortir
mettre
faire
la table
la table
sa chambre
son linge
l'aspirateur
la serpillière
la poubelle
la vaisselle

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Laver son linge --> je lave mon linge
ranger sa chambre --> je range ma chambre
sortir la poubelle --> je sors la poubelle
mettre la table --> je mets la table
débarrasser la table --> je débarrasse la table
faire la vaisselle --> je fais la vaisselle
passer l'aspirateur --> je passe l'aspirateur
passer la serpillère --> je passe la serpillère


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

give as homework
Partie 2 : Les mots interrogatifs
Question words

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How?
Who?
Why?
How 
many
Where?
When?
What/
Which
Qu'est-ce que?
Comment?
Qui?
Pourquoi?
Combien de?
Quand?
Où?
Quel?
What?

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Quand?
Comment?
Qui?
Qu'est-ce que?
Où?
Quel?
Combien?
Pourqoui?

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Avec ... tu joues au foot?

A
quand
B
comment
C
qui
D

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... tu vas à l'école?

A
Quand
B
Comment
C
Qui
D
Pourquoi

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

C'est ... ton anniversaire ?

A
quand
B
comment
C
qui
D
pourquoi

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tu as ... frères et soeurs ?

A
Quand
B
Comment
C
Qui
D
Combien de

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... tu fais ?

A
Qu'est-ce que
B
Quoi
C
Qui
D
Pourquoi

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Complète avec un mot interrogatif.
Tu habites ... ?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Complète avec un mot interrogatif.
... tu aimes le français?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Complète avec un mot interrogatif.
... se réveille à 5 heures du matin?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fais une question toi-même !
timer
0:45

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies