Gedragseconomie

Gedragseconomie
Gedragseconomie is hot. De toekenning van de Nobelprijs voor de Economie in 2017 aan Richard Thaler voor zijn bijdragen aan de gedragseconomie onderstreept dat nog eens.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Gedragseconomie
Gedragseconomie is hot. De toekenning van de Nobelprijs voor de Economie in 2017 aan Richard Thaler voor zijn bijdragen aan de gedragseconomie onderstreept dat nog eens.

Slide 1 - Tekstslide

Voorspelbaar gedrag?
De les is begonnen, als ik ben begonnen (programma op bord geschreven). 
Ben je later, haal een groene kaart.


Iedereen heeft materiaal mee, eigen device, dat werkt en opgeladen is.
(niet in orde: 'boeken vergeten' in Magister.)


Telefoon is opgeborgen, mag in de 'telefoontas'. Zie ik je mobiel wel? 
Zonder mopperen inleveren, einde van de lesdag van docent terug.
(Alles op je device mag, indien passend bij les)


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Kennis maken met gedragseconomie

Weten wie en waarom in 2017 de nobelprijs voor de Economie kreeg, en wat hier zo afwijkend aan was.

Wat is nudging?


Spoorboekje

  • Intro gedragseconomie
  • Thaler, nudging
  • Filmpje gedragseconomie (PWS leerling andere school)
  • Henriette Prast
  • Lesbrief gedragseconomie


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video


Wat kies je? (keuze probleem 1)
A
50% kans op een vakantie van drie weken naar Engeland, Frankrijk en Italië
B
een gegarandeerde vakantie van één week naar Engeland

Slide 6 - Quizvraag


Wat kies je? (keuze probleem 1)
A
B
C
50% kans op een vakantie van drie weken naar Engeland, Frankrijk en Italië
D
een gegarandeerde vakantie van één week naar Engeland

Slide 7 - Quizvraag



Welke preferenties een individu ook heeft, vanuit het gezichtspunt van de maximalisatie van verwacht nut zijn de keuzeproblemen 1 en 2 equivalent. Wie optie B kiest in het eerste keuzeprobleem, zou optie D in het tweede keuzeprobleem moeten kiezen. 

De praktijk wees anders uit. Van de respondenten koos 78 procent optie B in het eerste probleem. Maar bij Keuzeprobleem 2 koos 67% van diezelfde groep respondenten niet optie D, maar optie C

Blijkbaar heeft een stijging van de kans om een vakantie te winnen van vijftig tot honderd procent (Probleem 1) een ander effect dan de stijging van het winnen van een vakantie van vijf procent naar tien procent (Probleem 2). Hetzelfde verschijnsel deed zich voor bij experimenten waarin gekozen kon worden tussen verschillende kansen op het winnen van geldbedragen. Zolang de kans op winnen aanzienlijk is kiezen mensen voor de optie waarin de kans op winnen het grootst is. In situaties waarin winnen mogelijk is maar niet erg waarschijnlijk kiezen mensen voor de optie met de grootste winst.

Slide 8 - Tekstslide


Wat kies je? (keuze probleem 3)
A
een kans van 80 procent dat u €4000 kwijtraakt
B
de zekerheid dat u €3000 kwijtraakt

Slide 9 - Quizvraag


Wat kies je? (keuze probleem 4)
A
B
C
een kans van twintig procent dat u € 4000 kwijtraakt
D
een kans van 25 procent dat u € 3000 kwijtraakt

Slide 10 - Quizvraag

92 procent van de respondenten koos optie A) in Keuzeprobleem 3, terwijl 58 procent optie C koos in Keuzeprobleem 4. Kennelijk vonden de respondenten het vooruitzicht om met zekerheid 3000 euro te verliezen onaanvaardbaar, hoewel deze optie een lager verwacht verlies (en minder variabiliteit, dus risico!) inhoudt dan de alternatieve optie B. Zodra er onzekerheid over beide verliesvooruitzichten wordt geïntroduceerd, zoals in Keuzeprobleem 4, kiest de meerderheid (maar toch slechts 58 procent) voor de minimalisatie van het verwachte verlies.

Slide 11 - Tekstslide


Voor een studiedag over 2 maanden moet je aangeven wat ze voor je klaar mogen leggen bij in de eerste kleine pauze
A
Mandarijn
B
Chocoladereep Tony's

Slide 12 - Quizvraag


Vandaag is de studiedag, probleem: de lijst is weg met keuzes. Wat wil je nu als versnapering voor in de pauze?
A
Mandarijn
B
Chocoladereep Tony's

Slide 13 - Quizvraag

Henriette Prast (UvT)
Nudging, stimuleren van gedrag, standaard keuze?

https://www.dnb.nl/binaries/Research%20Series%20Supervision%20no%2062_tcm46-146070.pdf

Slide 14 - Tekstslide

Maken opgaven
1.1 t/m 1.7

1.2 en 1.3 overslaan


timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Maken opgaven
2.1 t/m 2.2





timer
7:00

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen: check?

Slide 17 - Tekstslide