Les 9 A/F Urinewegstelsel

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je weet welke organen horen bij het urinewegstelsel en hun werking.
Je kent de route van de urinevorming vanaf de nieren tot de urethra.
Je kent de samenstelling van urine.
Je weet wat een blaasontsteking is. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urinewegstelsel
Nieren (renes)
Urinewegen: 
  • urineleiders (ureters);
  • blaas (vesica urinaria);
  • urinebuis (urethra).




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over de nieren?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Nieren = renes
Liggen boven/achterin de buikholte.

De linkernier ligt iets hoger dan de rechternier.  (lever boven re-nier)
Beschermd en gesteund in het niervet. 

Bijnieren:  zijn klieren die hormonen produceren. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nier
Arteria renalis vanuit aorta zuurstofrijk bloed afgeven aan nier.
Vena renalis: naar onderste holle ader met zuurstofarm bloed. 

Nierschors (cortex): enorme hoeveelheid filtertjes (= nefronen lopen door in niermerg) die het bloed zuiveren.

Niermerg (medulla): talrijke lissen van Henle en verzamelbuisjes voor de geproduceerde urine.

Nierbekken (pyelum of pelvis renalis), een holte waarin zich urine verzamelt. 

De urine wordt vervolgens via de urineleider (ureter) naar de urineblaas vervoerd.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nefron
Functie: bloed gefilterd. 

Het bestaat uit:
Het kapsel van Bowman (nierkapseltje) met daarin een kluwen haarvaten (glomerulus) en eraan vast een nierkanaaltje (tubulus contortus primus). 

Bloedcellen en eiwitten blijven in de haarvaten. 
Overige vloeistof  (glucose+water+zouten+ afvalstoffen) komt in nierkanaaltje = primaire urine ofwel voorurine.

In nierkanaaltje, lissen van Henle nog resorptie van water, zouten, eiwitten en glucose.
  


Slide 7 - Tekstslide


In het nefron wordt onder invloed van de bloeddruk de voorurine geproduceerd. Per dag ongeveer 150 liter. Het grootste deel van deze voorurine neem je weer op in het bloed d.m.v. diffusie en osmose.


Slide 8 - Tekstslide

Er blijft gemiddeld 1,5 liter urine over met daarin gemiddeld 14 gram keukenzout en 30 gram ureum, en een zeer kleine hoeveelheid ammoniak. 

Je nieren regelen ook hoeveel zuur in je bloed zit = zuurgraad ofwel de pH. De normale pH van je bloed is 7,4. Als je pH lager is, betekent dit dat je meer zuur in je bloed hebt. Als de pH hoger is, heb je minder zuur in je bloed. Weinig zuur noemen we ook wel basisch. Het waterstofion is een stofje in je bloed dat vooral de zuurgraad regelt. De afkorting voor het waterstofion is H+. Als je meer H+ in je bloed hebt, wordt je bloed zuurder. Dan wordt de pH dus lager.

K+ = kalium
zorgt voor een goede waterhuishouding in het lichaam, samen met natrium.
Kalium is nodig voor de samentrekking van de spiervezels en voor een goede geleiding van zenuwprikkels.
Bij nierproblemen te hoog kaliumgehalte in bloed: kan onder andere leiden tot spierkrampen en hartritmestoornissen
Vervolg Nefron

Nierkanaaltjes gaan in het niermerg over in de lissen van Henle -> in verzamelbuisjes (tubulus contortus secundus)
-> nierpiramides (pyramis renalis).  
Top van piramide steekt uit in nierbekken.
 Elke nier: acht tot vijftien piramiden. 
In het nierbekken wordt de urine druppelsgewijs opgevangen uit de buisjes. Van daar stroomt de urine via de urineleider naar de blaas.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de Nierpiramide?
Verder bestaat het niermerg uit een aantal kegelvormige structuren (de nierpiramiden). De top (papilla) van elke piramide steekt uit in het nierbekken. In deze papil mondt een groot aantal verzamelbuisjes uit.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg route urine
Nierbekken
Urineleiders (ureters)
Blaas (vesica urinea): verzamelen + aanspannen.
Kringspier ontspant.
Urine gaat naar plasbuis (urethra).
Blaas wordt geleegd.



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel urine is 'normaal' gesproken in de blaas voordat je signaal krijgt om te plassen?
A
100 a 200 ml
B
300 a 400 ml
C
500 a 600 ml
D
700 a 800 ml

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Blaas
Urineleider
Nier
Nierslagader
Nierader

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Functies nieren
  • uitscheiding van toxische (giftige) stoffen;
  • regelen van het gehalte aan elektrolyten (zouten);
  • bepalen van de zuurgraad;
  • bepalen van de hoeveelheid uit te scheiden vloeistof;
  • aanmaken en uitscheiden hormonen.




Slide 15 - Tekstslide

De tubuli van je nieren regelen de zuurgraad van je urine. De proximale tubulus houdt bicarbonaat vast, waardoor de urine niet te zuur wordt. Als de proximale tubulus niet werkt, wordt bicarbonaat doorgelaten en wordt de zuurgraad (pH) van je urine hoger. We spreken dan van alkalische urine.
Hormonen en urineproductie
Antidiuretisch hormoon (ADH): stimuleert de opname van water en beïnvloedt dus de resorptie van water uit de primaire urine. 


Aldosteron: regelt zout- en waterhuishouding.

Parathormoon: bevordert de opname van calcium uit de primaire urine en de uitscheiding van fosfaat. Dit zijn beiden stoffen uit het botweefsel.

Slide 16 - Tekstslide

Aldosteron wordt in bijnierschors gemaakt.

Parathormoon wordt door bijschildklieren gemaakt.

Alcohol/cafeïne zorgt ervoor dat ADH productie wordt geremd waardoor terugresorptie niet plaats vindt. Je moet veel plassen. 
Urinesamenstelling
  • 90 tot 95% water;
  • zouten, vooral keukenzout (NaCl);
  • ureum: in de lever gevormd bij de afbraak van overtollige aminozuren;
  • urinezuur: afbraakproduct van eiwitten;
  • creatinine: uit het spierweefsel;
  • urobiline: galkleurstof;
  • vitaminen: bijvoorbeeld teveel aan vitamine C opgenomen met de voeding;
  • hormonen;
  • vormelementen: dit zijn afgestoten cellen van het slijmvlies van het nierbekken








Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nier filtert onder andere ureum uit het bloed. Zet de onderdelen die ureum door de nier passeert in de goede volgorde.
Nierslagader
Niermerg + nierschors
Nierbekken
Blaas

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Urinebuis (urethra)

Man: 15-20 cm
Vrouw: 4-5 cm

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urine bestaat voor het grootste deel uit...
A
Zouten
B
Afvalstoffen
C
Water
D
Lichaamsvreemde stoffen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evt voor zelfstudie duidelijke uitleg A/F in video hierna

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maak de xperts

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies