Woordenschat thema 4 week 3 Taal actief 4
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De volgorde
A
alles tegelijk
B
manier waarop iets na elkaar komt
C
beginnen van de dag
D
nu
Slide 2 - Quizvraag
andersom
A
precies hetzelfde
B
in een volgorde
C
tegengesteld
D
helemaal anders
Slide 3 - Quizvraag
aanbreken van de ochtend
Slide 4 - Woordweb
Tegenwoordig
A
nu
B
vroeger
Slide 5 - Quizvraag
Wanneer heb jij geduld?
Slide 6 - Open vraag
Voortaan
A
nu
B
vanaf nu
C
vroeger
D
als je vooraan in de rij staat
Slide 7 - Quizvraag
A
schrijven
B
rangschikken
C
schrappen
D
de grootte
Slide 8 - Quizvraag
Ik leg alles van groot naar klein, wat doe ik?
A
rangschikken
B
de grootte
C
vallen van de avond
D
rommel maken
