Observeren

1 / 17
volgende
Slide 1: Video
InteractieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Observeren les 1 

Slide 2 - Tekstslide

Observeren

Slide 3 - Woordweb

Waarom observeren?
In sommige beroepen moet je goed kunnen observeren om een vakkundig advies te kunnen geven. Ook als helpende zal je ook goed moeten kunnen observeren.

Slide 4 - Tekstslide

Gestructureerde observatie
Je observeert dan met een bepaald doel. Je wilt bijvoorbeeld te weten komen waarom een oudere op je afdeling zoveel vergeet 

Slide 5 - Tekstslide

Ongestructureerde observatie
Als je het gedrag van iemand in zijn algemeenheid wil bekijken.


Observeren moet je zo objectief mogelijk doen, dus je moet vooral feiten registreren.
Een feit is wat werkelijk is gebeurd.


Slide 6 - Tekstslide

Hoe observeer je?


01. Door te kijken: Je observeert wat je ziet, je bekijkt non-verbaal gedrag door de lichaamstaal die de ander uitstraalt en je bekijkt de handelingen die iemand anders uitvoert.
02. Door te luisteren, je luistert naar wat iemand zegt.
03. Je kan observeren door te voelen, bijvoorbeeld een dokter.
04. Door te toetsen. Niet alles is duidelijk. Bij twijfel kan je vragen wat de ander bedoeld of denkt.

Slide 7 - Tekstslide

Wat heb je nodig om goed te observeren?


01. Je moet goed kunnen luisteren.
02. Je moet je kunnen inleven in anderen.
03. Je moet je kunnen inleven in de persoon die je observeert. Je moet openstaan voor het gedrag van de ander.
04. Je moet afstand van een ander kunnen bewaren.
05. Je moet communicatief goed zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Kun je observeren leren?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

1. Hoeveel bomen stonden er naast het huis?
2. Hoeveel ramen telde het huis?
3. Wat waren de kleuren van de hoed van de kleine groene ruimtewezen?
4. Wat hield het grote dikke ruimtewezen vast?
5. Wat voor pyjama (structuur en kleur) had het grote ruimtewezen aan?

Slide 12 - Tekstslide

1. Wat voor kleur deksel had de koekjes pot?
2. Hoeveel poten had het krukje?
3. Hoeveel koekjes vielen er op de grond?
4. Wat voor kleur had de paraplu van Ornie?
5. Op hoeveel manieren probeerde Ornie de koekjes te pakken te krijgen?

Slide 13 - Tekstslide

Optische illusies

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

http://www.goochel-trucs.nl 
Kies de drie illusies uit die het meeste indruk op je maakten:
- Welke heb je gekozen en waarom?
- Waarom is het belangrijk om te weten dat je “misleid” kan worden als je observeert?
- Ben jij weleens optisch misleidt? Zo ja, vertel!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide