Herhalingsles Hoofdstuk 3
1 / 27
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Een werkgever is iemand die werkt onder een arbeidsovereenkomst
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Een werknemer ontvangt loon in ruil voor arbeid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Een staafdiagram wordt gebruikt om gegevens met elkaar te vergelijken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Een arbeidsovereenkomst bevat afspraken over loon, werktijden en vakantiedagen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Een proeftijd mag in Nederland maximaal één jaar duren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Een cao is alleen geldig voor werknemers die in dienst zijn bij de overheid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Het nettoloon is altijd hoger dan het brutoloon.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Bij een tijdelijke baan is er een vast contract voor onbepaalde tijd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Een deeltijdbaan is een baan waarbij je minder uren werkt dan een voltijdbaan
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Een cirkeldiagram wordt gebruikt om procentuele verhoudingen weer te geven.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
De drie productiesectoren zijn de primaire, secundaire en tertiaire sector.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
De primaire sector bestaat vooral uit industrie en bouw.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Arbeidsverdeling betekent dat werk wordt opgesplitst in kleinere taken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Door arbeidsverdeling kan de productiviteit stijgen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Het minimumloon geldt voor alle werknemers in Nederland, ongeacht hun leeftijd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
De Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) beschermt werknemers.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
De Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) zorgt voor veilige werkomstandigheden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Technologische ontwikkelingen kunnen ervoor zorgen dat sommige beroepen verdwijnen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Scholing is alleen nodig voor mensen die werkloos zijn
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Ontslag op staande voet betekent dat je direct wordt ontslagen zonder opzegtermijn
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Je wordt als werkloos meegeteld als je geen werk hebt, actief zoekt en beschikbaar bent.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Een lijndiagram wordt vaak gebruikt om een trend over tijd te laten zien
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Het UWV helpt alleen werkgevers en niet werkzoekenden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Als je ontslagen wordt, heb je altijd automatisch recht op een werkloosheidsuitkering
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Een opzegtermijn betekent dat er een periode is tussen de aankondiging van ontslag en het daadwerkelijke einde van het dienstverband.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
A
Waar
B
Niet waar
