1.5: Lengte en tijd

Hoofdstuk 1: Natuurkunde en scheikunde

Paragraaf 5: Lengte en tijd
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1: Natuurkunde en scheikunde

Paragraaf 5: Lengte en tijd

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt van een aantal meetapparaten uitleggen waarvoor je ze gebruikt.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen analoge en digitale meetapparatuur.
  • Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.
  • Je kunt de tijd aflezen op een stopwatch.
  • Je kunt de lengte meten in centimeter en millimeter.
  • Je kunt centimeter en millimeter naar elkaar omrekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Meetapparatuur
Gereedschap om mee te meten
Hoelang iets duurt: klok
Hoe lang iets is: liniaal
Hoeveel iets weegt: weegschaal

Slide 3 - Tekstslide

Analoog - Digitaal
Analoog: wijzers en een schaalverdeling
Digitaal: cijfers op een scherm

Slide 4 - Tekstslide

Grootheid en eenheid

Eenheden van tijd:
seconde, minuut, uur

Eenheden van lengte:
meter, millimeter
Een grootheid is iets wat je kunt meten

De eenheid is de maat die je gebruikt. Die staat achter het getal.

De afstand van school naar de supermarkt is 500 meter.
Mijn leeftijd is 13 jaar

Slide 5 - Tekstslide

Tijd meten





Welke eenheden ken je voor het meten van de tijd?
  •  seconde, minuut, uur

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Lengte meten
Gebruik een apparaat dat past bij de lengte die je gaat meten.





Slide 8 - Tekstslide

Lijn meten
Met de liniaal kun je precies meten
Afbeelding → 4 cm
Lengte = grootheid
centimeter = eenheid
1 cm = 10 mm
Van mm naar cm = :10

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt van een aantal meetapparaten uitleggen waarvoor je ze gebruikt.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen analoge en digitale meetapparatuur.
  • Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.
  • Je kunt de tijd aflezen op een stopwatch.
  • Je kunt de lengte meten in centimeter en millimeter.
  • Je kunt centimeter en millimeter naar elkaar omrekenen.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Boek: maken opgave 1 t/m 14
Blz. 36 t/m 45
Online: Flitskaarten en Test Jezelf


timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide