les 4.7 -splitsbaar ww of vz?

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Stillezen

Slide 4 - Tekstslide

op tafel: IPad + leesboek

  • leesboek ( 5 min.)
  • Lessonup - uitleg  (10 min.)
  • Online oefenen (15 min.)
  • Lessonup - exit ticket (5 min.)

Slide 5 - Tekstslide

vorige les:
  • lidwoord
  • zelfstandig naamwoord
  • bijvoeglijk naamwoord 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

4.7 grammatica
Lesdoel:

Splitbaar werkwoord 
                          of
                          voorzetsel?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het infinitief?

Sarah vult het goede antwoord in.


Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

in hoort bij:

Sarah vult het goede antwoord in.
A
voorzetsel
B
splitsbaar werkwoord

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het infinitief?

Mijn lunch eet ik in de kantine.


Slide 14 - Open vraag

in hoort bij:

Mijn lunch eet ik in de kantine.
A
voorzetsel
B
splitsbaar werkwoord

Slide 15 - Quizvraag

Maken: grammatica les 4.7 -  opd. 1 t/m 8
                                                                       
                                                                 
timer
15:00
Klaar? 

  • Leesboek
  • ander huiswerk
  • Cody Cross

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting
  • Huiswerk: les 4.7 opd. 1 t/m 8
  • Volgende les: les 4.7 - herhalen

Slide 17 - Tekstslide

Zij staat aan de rand van het meer.
Is 'aan' een splitsbaar werkwoord
(ww) of een voorzetsel (vz)?
A
splitsbaar werkwoord (ww)
B
voorzetsel (vz)

Slide 18 - Quizvraag