herhaling grammar

Herhaling grammar
chapter 5 and 6 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Herhaling grammar
chapter 5 and 6 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van prefixes en suffixes

Slide 2 - Woordweb

Prefixes/suffixes 
Prefixes: letters die voor het woord komen om zo de betekenis van het woord te veranderen 

Legal --> illigal
Turn --> return  
behave --> misbehave 

Slide 3 - Tekstslide

Suffixes 
Suffixes: letters die achter het woord komen om zo de betekenis te veranderen 

Teach --> teacher
Pay --> payment 
Kind --> kindness  

Slide 4 - Tekstslide

Simple / continuous 
  • Present simple
  • Past simple 
  • Present continuous
  • Past continuous 

Slide 5 - Tekstslide

Present simple 
Je gebruikt de present simple bij:
  • Feiten
  • Gewoontes 
  • Dingen die regelmatig voorkomen 

Slide 6 - Tekstslide

Present simple 
I work in a supermarket every saturday 
They walk to school every morning 

He, she & it krijgen na het werkwoord een -S 

She works in a supermarket every saturday
 He runs faster than me 


Slide 7 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:

He____fast
A
Run
B
Runs

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:

We_____in the garden
A
works
B
work

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:

The cats____in the garden
A
Play
B
Plays

Slide 10 - Quizvraag

Present continuous 
De present continuous gebruik je voor dingen die NU bezig zijn

Je maakt de present continuous met:
Am, are, is + werkwoord + ing 

vb. She is working in the garden right now 

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer gebruik je present continuous 
Let goed op signaalwoorden in de zin:
  • Right now
  • At the moment 
  • enz. 

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen met am, are en is

Slide 13 - Tekstslide

John_____working at home
A
am
B
are
C
is

Slide 14 - Quizvraag

I____at school
A
am
B
are
C
is

Slide 15 - Quizvraag

We____having a party
A
am
B
are
C
is

Slide 16 - Quizvraag

Present continuous oefenen
Present continuous:
Am, are, is + werkwoord +ing

Slide 17 - Tekstslide

John______a book
A
is reading
B
are reading
C
am reading
D
reads

Slide 18 - Quizvraag

She_____to music
A
listens
B
is listening
C
am listening
D
are listening

Slide 19 - Quizvraag

I_____for my phone
A
am looking
B
is looking
C
are looking
D
look

Slide 20 - Quizvraag

Past simple
Past simple gebruik je voor routines en feiten in het verleden

We walked on the beach yesterday 

Slide 21 - Tekstslide

Regel past simple
Regelmatig werkwoord + -ed 
vb. We worked yesterday
        She danced at the party last weekend

Onregelmatig werkwoord = altijd 2e uit het rijtje
vb. I saw a plane in the sky
       The police caught the thief last week

Slide 22 - Tekstslide

My friends______me on my birthday
A
were surprising
B
surprised
C
was surprising
D
are surprising

Slide 23 - Quizvraag

He____a new car
A
buyed
B
bought

Slide 24 - Quizvraag

We______to school yesterday
A
walked
B
walk
C
were walking
D
are walking

Slide 25 - Quizvraag

We_____diner last night
A
were eating
B
eated
C
ate

Slide 26 - Quizvraag

Past continuous
Gebruik je bij langere activiteiten die zijn begonnen en geëindigd in het verleden

vb. My brother was walking home when it started raining 
      They were having a great time before my parents came home

Slide 27 - Tekstslide

Regel past continuous 
was/were + werkwoord + ing 

Slide 28 - Tekstslide

I____late last night
A
worked
B
was working
C
were working
D
work

Slide 29 - Quizvraag

We______in the ocean last week
A
swam
B
was swimming
C
were swimming
D
swim

Slide 30 - Quizvraag

You_____TV al night
A
were watiching
B
watched
C
was watching
D
watch

Slide 31 - Quizvraag