1.4 Bronnen De ligging van Teheran

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Op de kaart 'bevolkingsdichtheid van Iran' kun je ook de bevolkingsspreiding van Iran aflezen.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quizvraag

Welke uitspraak is goed?
A
De nulmeridiaan verdeelt de aarde in een oostelijk en een noordelijk halfrond.
B
Nederland ligt op noorderbreedte en westerlengte.
C
Gebieden rondom de evenaar liggen op hoge breedte.
D
Iran heeft meer reliëf dan Nederland

Slide 5 - Quizvraag

Iran ligt op Noorderbreedte en Oosterlengte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van Iran?
A
Tabriz
B
Mashad
C
Teheran
D
Qom

Slide 7 - Quizvraag

Als een plaats op het noordelijk halfrond ligt dan ligt deze plaats op noorderbreedte. Als een plaats op het zuidelijk halfrond ligt dan ligt deze plaats op zuiderbreedte.
Ligt Iran op noorderbreedte of zuiderbreedte?
A
Noorderbreedte
B
Zuiderbreedte

Slide 8 - Quizvraag

Op welk schaalniveau is Iran zichtbaar op de kaart hiernaast?
A
Regionale schaal
B
Nationale schaal
C
Continentale schaal
D
Mondiale schaal

Slide 9 - Quizvraag

Op welk schaalniveau is deze kaart over Iran?
A
Lokale schaal
B
Regionale schaal
C
Nationale schaal
D
Mondiale schaal

Slide 10 - Quizvraag

Welke coördinaten horen bij punt B?
A
20º ZB, 40º OL
B
40º ZB, 20º WL
C
40º NB, 20º WL
D
20º ZB, 40º WL

Slide 11 - Quizvraag

Rekenen met schaal.
Van CM naar KM: hoeveel nullen mag je wegstrepen?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het grootste getal dat een coördinaat kan zijn?
A
90°NB 180°OL
B
100°NB 200°OL
C
180°NB 360°OL
D
180°NB 90°OL

Slide 13 - Quizvraag

Wat gaan we vandaag leren?
In welk landschap ligt Teheran eigenlijk? En wat zijn de afstanden naar andere steden in Iran? In deze paragraaf vind je de antwoorden op die vragen.

Leerdoel: Welke soorten afstanden zijn er in de aardrijkskunde?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekent hoogteligging?
A
De hoogte van een gebied in meters boven zeeniveau
B
Gebied met bergen hoger dan 1500 meter
C
Plantengroei op een bepaalde hoogte
D
Weet ik niet: ik heb hoogtevrees!

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Hooggebergte
Middelgebergte
Heuvelland
500-1500m
>1500m
250-500m

Slide 21 - Sleepvraag

Middelgebergte
Hooggebergte
Laagland
Heuvelland

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

De absolute afstand is
A
De afstand in 1 rechte lijn
B
De afstand over de weg
C
De afstand voor je gevoel
D
De afstand in tijd

Slide 27 - Quizvraag

De absolute afstand:
A
Kan veranderen
B
Is voor iedereen anders
C
Verandert nooit
D
Verandert per vervoermiddel

Slide 28 - Quizvraag

Absolute Afstand
Relatieve Afstand
Afstand in één rechte lijn
Afstand op basis van reistijd

Slide 29 - Sleepvraag

De absolute afstand wordt aangegeven met
A
de rode pijl
B
de zwarte pijl

Slide 30 - Quizvraag

Bij AK gebruiken we twee soorten afstand: absolute afstand en relatieve afstand. Absolute afstand is afstand in ......... . Op een kaart is dit altijd ............. Absolute afstand ...........
Reletieve afstand is afstand in ........... . Relatiev afstand kan dus .......... .
Kilometer
Hemelsbreed
Blijft altijd gelijk 
Tijd
Veranderen

Slide 31 - Sleepvraag

Succescriteria
  • Je weet hoe je met het Basisboek werkt.
  • Je weet wat het verschil is tussen de absolute en de relatieve afstand.
  • Je weet waardoor de relatieve afstand kan veranderen.
  • Je weet hoe je de absolute en de relatieve afstand kunt meten.
  • Je weet waardoor de relatieve afstand kan toenemen of afnemen.
  • Je weet welke verschillende reliëfvormen er zijn.
  • Je weet wat de hoogten zijn van de verschillende reliëfvormen.

Slide 32 - Tekstslide

Begrippen
Hoogteligging:          De ligging van een gebied in meters onder of boven zeeniveau.
Absolute afstand:      De afstand die je meet langs een rechte lijn (hemelsbreed).
Relatieve afstand:     De afstand die je meet in reistijd.

Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag
Je mag aan de slag met de opdrachten van §1.4 in Learnbeat

Slide 34 - Tekstslide