Intern handel. (7.1 7.2 4TL)

Deze week (online) les
Deze week starten met hoofdstuk 7 en maken deze week de opdrachten van paragraaf 7.1 en 7.2
--> Je maakt de opgaven in je schrift.
--> Volgende week, tijdens de les, heeft iedereen het gemaakt huiswerk mee naar de les! -> Controleren.
--> Vragen kun je stellen via de chat.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deze week (online) les
Deze week starten met hoofdstuk 7 en maken deze week de opdrachten van paragraaf 7.1 en 7.2
--> Je maakt de opgaven in je schrift.
--> Volgende week, tijdens de les, heeft iedereen het gemaakt huiswerk mee naar de les! -> Controleren.
--> Vragen kun je stellen via de chat.

Slide 1 - Tekstslide

Doelen deze week.
- Ik kan uitleggen wat import, export en wederuitvoer is
- Ik kan uitleggen waarom we importeren en exporteren
- Ik kan omschrijven wat de rol van EU is en hoe we met elkaar handelen in de EU
- Ik kan beschrijven wat de rol van de EMU is

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Import
Export

Slide 4 - Tekstslide

Betalingsbalans
--> Export levert geld op
--> Import kost geld

Of de import en export van een land een beetje in evenwicht zijn kun je zien op een betalingsbalans.
Betalingsbalans = een overzicht van de betalingen en ontvangen uit het buitenland.

Slide 5 - Tekstslide

Tekort of overschot?

Slide 6 - Tekstslide

Is er in dit land (afbeelding hiervoor) sprake van een tekort of van een overschot op de betalingsbalans?
A
Tekort
B
Overschot

Slide 7 - Quizvraag

Tekort -> want er is meer import dan export, dus zijn er meer uitgaven dan inkomsten

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een open economie en gesloten economie?

Slide 10 - Open vraag

Open economie / gesloten economie
OPEN => Veel invoer/import en uitvoer/export van goederen en diensten.
Gesloten => Weinig invoer en uitvoer van goederen en diensten

Dit kun je bevestigen/berekenen met de importquote en exportquote.
Importquote = Import : Nationaal inkomen x 100
Exportquote = Export : Nationaal inkomen x 100

Slide 11 - Tekstslide

Heeft Nederland meer import of meer export
A
Meer import dan export
B
Meer export dan import

Slide 12 - Quizvraag

Import of export?
'Action' koopt producten uit China.

A
import
B
export

Slide 13 - Quizvraag

Welke stellingen over import zijn juist
A
Import zorgt voor extra werkgelegenheid
B
Import zorgt voor hogere prijzen voor de consument
C
Import leidt tot meer keuze voor de consument
D
Import leidt tot meer concurrentie

Slide 14 - Quizvraag

Import of export?
Nederland verkoopt gas uit Groningen aan Duitsland
A
Import
B
Export

Slide 15 - Quizvraag

Een Argentijnse toerist vliegt met KLM naar Nederland.
Is dit voor Nederland import of export van diensten?
A
Export, want wij leveren diensten aan het buitenland
B
Export, want er gaan personen naar het buitenland
C
Import, want het buitenland levert aan ons diensten
D
Import, wat er komen personen naar ons land

Slide 16 - Quizvraag

In de vorige vraag
Een Argentijnse toerist vliegt met KLM naar Nederland.
Is dit voor Nederland import of export van diensten?

Dit is export, omdat het voor de Nederlandse economie geld oplevert / wij verdienen geld!! (door de KLM)

Slide 17 - Tekstslide

Gebruik de tabel hiernaast.

Bereken de exportquote van Turkije. Schrijf je berekening op!

Slide 18 - Open vraag

Aan het werk
-> Nu maken de opgaven van paragraaf 7.1 en 7.2. Maak deze in je schrift

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

De europese unie

Slide 21 - Tekstslide

Engeland (GB) is uit de EU gegaan (brexit). Wat heeft dit voor gevolgen voor Nederlandse bedrijven?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

Welke vrijheid wordt
door deze maatregel
beperkt?
A
Vrij verkeer van goederen en diensten.
B
Vrij verkeer van personen.
C
Vrij verkeer van kapitaal.

Slide 24 - Quizvraag

Onder welk vrij verkeer valt het plaatje hiernaast?
A
Vrij verkeer van goederen
B
Vrij verkeer van diensten
C
Vrij verkeer van personen
D
Vrij verkeer van kapitaal

Slide 25 - Quizvraag

Aan het werk
-> Nu maken de opgaven van paragraaf 7.1 en 7.2. Maak deze in je schrift

Slide 26 - Tekstslide