BS2 De huid

THEMA 5 
Waarnemen en gedrag
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

THEMA 5 
Waarnemen en gedrag

Slide 1 - Tekstslide

B2 De huid


Eerst nog even herhalen....

Slide 2 - Tekstslide

Welke prikkel hoort bij je orgaan neus.
A
geluid
B
smaak
C
licht
D
geur

Slide 3 - Quizvraag

Welk orgaan verwerkt prikkels?
A
Hersenen
B
Maag
C
Darmen
D
Zintuigen

Slide 4 - Quizvraag

de prikkel van het gehoorzintuig is
A
licht
B
smaak
C
geur
D
geluid

Slide 5 - Quizvraag

In je huid liggen meerdere zintuigen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Zintuigen geven impulsen af
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Waar gaan impulsen/seintjes naar toe?
A
spieren
B
zintuigen
C
hersenen

Slide 8 - Quizvraag

De huid
In de huid liggen zintuigen waarmee je kunt voelen. 

De huid geeft ook bescherming aan je lichaam.

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de delen van de huid benoemen.
 Je kunt de taken van de huid noemen.
Je weet wat je moet doen bij een brandwond

Slide 10 - Tekstslide

Opperhuid

Slide 11 - Tekstslide

Opperhuid
De opperhuid bestaat uit twee lagen:

De hoornlaag

De kiemlaag

Slide 12 - Tekstslide

Opperhuid
De hoornlaag is de buitenste laag van je huid. Deze laag bestaat uit dode huidcellen. De hoornlaag beschermt je lichaam, bijvoorbeeld tegen beschadiging en ziekteverwekkers. De hoornlaag zorgt er ook voor dat je huid niet uitdroogt. De hoornlaag slijt aan de buitenkant steeds af.

Slide 13 - Tekstslide

Opperhuid
De kiemlaag bestaat uit levende cellen. In de onderste laag worden steeds nieuwe cellen gevormd. Daardoor schuiven de cellen op naar boven. De bovenste cellen gaan dood. Ze horen dan bij de hoornlaag. Zo herstelt een schaafwond weer.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Lederhuid

Slide 16 - Tekstslide

Lederhuid
Op de vorige afbeelding zag je de lederhuid. In de huid groeien haren. De haren steken door de opperhuid. Ze groeien van onderaf.

In de lederhuid liggen zingtuigen om te voelen (warmte, kou, druk en tast). In de lederhuid liggen ook de zweetklieren en talgklieren.

Slide 17 - Tekstslide

Lederhuid
Zweetklieren maken zweet. Het zweet komt naar buiten als vocht op je huid. Daardoor koel je af. Dit voel je als je je huid nat maakt en er dan overheen blaast.

Talgklieren maken talg. Dat is een vettige stof. Talg houdt je huid soepel en zacht. Talg komt uit je huid door kleine openingen. Die openingen heten poriën

Slide 18 - Tekstslide

Lederhuid
In je puberteit maakt je huid veel talg. Soms raakt dan een porie verstopt. Dan ontstaat er een puistje. In de puberteit noem je dat jeugdpuistjes.


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Taken van de huid
De huid beschermt je lichaam tegen beschadiging, tegen uitdroging en tegen ziekteverwekkers. Maar de huid heeft nog een taak; helpen bij het regelen van je lichaamstemperatuur.

De temperatuur van je lichaam is ongeveer 37 *C. Soms wordt de temperatuur van je lichaam hoger, bijvoorbeeld als je gaat sporten. Je gaat dan zweten om af te koelen. Het zweet verdampt op je huis. Daardoor koel je af.

Slide 21 - Tekstslide

Taken van de huid
De temperatuur van je lichaam is ongeveer 37 *C. Soms wordt de temperatuur van je lichaam hoger, bijvoorbeeld als je gaat sporten. Je gaat dan zweten om af te koelen. Het zweet verdampt op je huis. Daardoor koel je af.
De huid heeft nog een manier om af te koelen. Dat kan door de bloedvaten in de huid. Als je het warm hebt, gaat er meer bloed door je huid.

Slide 22 - Tekstslide

Taken van de huid
De huid heeft nog een manier om af te koelen. Dat kan door de bloedvaten in de huid. Als je het warm hebt, gaat er meer bloed door je huid. De doorbloeding van je huid neemt dan toe. Het bloed geeft warmte af aan je huid. En je huid geeft warmte af aan de omgeving. Daardoor koel je af.
Als je het koud hebt, wordt de doorbloeding van je huid juist minder. Je verliest dan minder warmte.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Brandwonden
Een brandwond is een beschadiging van de huid door warmte. Ook een chemische stof of elektriciteit kan de oorzaak zijn van een brandwond. Op de plaats van een brandwond is de huid stuk. De huid geeft dan geen bescherming meer. Ziekteverwekkers kunnen gemakkelijk binnendringen. Ook verlies je vocht en warmte.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Brandwonden
Brandwonden kunnen ernstig zijn of minder ernstig. Dat hangt af van de diepte van de wond. De opperhuid kan weer herstellen. Als ook de lederhuid is verbrand, herstelt de huid niet meer.

Op de volgende pagina lees je wat je moet doen bij een brandwond.

Slide 27 - Tekstslide

Eerste hulp bij brandwonden
Wat te doen: 
1. Koel direct onder lauw stromend kraanwater (10 tot 20 minuten).
2. Trek ook zo snel mogelijk kleren en sieraden uit zodat u ziet waar de brandwond zit (wanneer kleding vastzit laten zitten).
3. Raak de brandwond als het kan niet aan en nooit dooprikken!
4. Smeer niets op de brandwond.
5. Afdekken van een droge, rode plek is niet nodig.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

In welke laag bevinden zich levende cellen?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag

Slide 30 - Quizvraag

Waarom zweten mensen na intensieve inspanning of op een warme dag?
A
Omdat jouw lichaam te koud is
B
Omdat je lichaam te veel vocht opneemt
C
Omdat je lichaam probeert af te koelen

Slide 31 - Quizvraag

Hoe heten de openingen van de talgklieren?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Video

Aan de slag
BS2 De huid blz 72-79
vandaag: opdr 1 t/m 5
Volgende les: ZINTUIGOPDR.;   nabespr. opdr 1 en 3, 4.
practicum opdr. blz. 76
en mk: opdr 7 t/m 9 én: 10 SAMENHANG BLAREN


Slide 34 - Tekstslide

ZINTUIGOPDR.; nabespr. opdr 1 en 3, 4.
practicum opdr. blz. 76
en mk: opdr 7 t/m 9 én: 10 SAMENHANG BLAREN

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video