2.3 De opkomst van het Christendom

2.3 De opkomst van het christendom
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.3 De opkomst van het christendom

Slide 1 - Tekstslide

Lesvolgorde

  • Herhaling
  • 2.3 De opkomst van het christendom bespreken
  • Huiswerk maken 

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van deze les
- Aan het einde van deze les weet je hoe het christendom ontstond.
- Aan het einde van de les weet je hoe joden in het hele Romeinse rijk terechtkwamen.

Slide 3 - Tekstslide

Een persoon die het bezit is van anderen is een.......

Slide 4 - Open vraag

Een samenleving met vele verschillende culturen bij elkaar.
A
Multiculturele samenleving
B
Gastarbeiders
C
Allochtonen
D
Immigranten

Slide 5 - Quizvraag

Iemand die tegen anderen moet vechten in een arena noem je een.....

Slide 6 - Open vraag

Welke bekende slaaf kwam met de andere slaven in opstand

Slide 7 - Open vraag

Een samenleving waar de meeste mensen van de landbouw leven en een gedeelte leeft in de steden en leeft van de handel en nijverheid. Dit is een...........samenleving

Slide 8 - Open vraag

Kenmerkend aspect:
Het christendom in het Romeinse rijk, van verboden tot enig toegestane godsdienst.

Slide 9 - Tekstslide

Kaart: Palestina in de tijd van Jezus
Geboorteplaats van Jezus
Palestina was een land dat in het huidige Israël ligt. Na de tweede Wereldoorlog kregen de Joden een eigen stuk land aangewezen om te wonen, dit was Palestina. De Israëliers hebben daarmee een groot deel van de Palestijnen die in dat gebied woonden weggejaagd. Tot op de dag van vandaag heerst en een bloedige strijd tussen Palestijnen en Israëliers hierover.
Ergens in het oosten van het Romeinse rijk lag een klein landje dat weinig betekenis had en waar maar weinig gebeurde. Dat veranderde toen er volgens het Bijbelverhaal ergens in een stal in de plaats Nazareth, in een kribbe, een kindje werd geboren. Maria en Jozef gaven het kindje de naam Jezus. Maria zou een visioen van God hebben ontvangen waarin God aan haar vertelde dat zij een kindje zou krijgen en dat dit het kind van Hem, God, zou zijn. Dit is wat de Bijbel verteld en is onderdeel van het Christelijke geloof. Wat historici wel met zekerheid kunnen zeggen, is dat Jezus echt heeft geleefd.

Slide 10 - Tekstslide

Nederland
Godsdienst: Germaanse, Keltische, Romeinse goden en de keizer
Rome
Godsdienst: Romeinse goden, de keizer en andere goden.
Jeruzalem/Israel
Godsdienst: een God
Het Romeinse Rijk rond het jaar 120 na Chr.

Slide 11 - Tekstslide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. 
In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. 
De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.
Romeinen geloven in meerdere goden. Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.
Andere volken binnen het Romeinse Rijk mochten hun eigen godsdienst houden als ze ook de Romeinse goden vereerden. 
Godsdiensten binnen het Romeinse Rijk

Slide 12 - Tekstslide

In Judea
  • Romeinen vanaf 63 voor Christus de baas in Judea (Israël).
  • Joden geloofden in één God.
  • 30 na Chr. Jezus een Joodse prediker vertelde van over het geloof.
  • Hij noemde zich de Verlosser (Messias).
  • Romeinen zagen Jezus als opstandeling en kruisigden hem.
  • Volgens leerlingen Jezus na 3 dagen opgestaan uit de dood

Slide 13 - Tekstslide

Overeenkomst jodendom en christendom:
Geloven allebei in één God

Slide 14 - Tekstslide

Aanhangers van Jezus
  • Aanhangers geloofden dat Jezus na drie dagen was opgestaan uit de dood.
  • Jezus was gestorven voor de zonden (slechte dingen) van mensen.
  • Jezus zoon van God.
  • Ook niet joden gingen in Jezus geloven 

Slide 15 - Tekstslide

Joden in het rijk
  • Joden in Judea moesten hoge belastingen betalen aan de Romeinen.
  • Gevolg: ze kwamen in opstand.
  • De Romeinen sloegen de opstand bloedig neer.

Slide 16 - Tekstslide

Joden in het rijk
  • Joden werden vermoord, weggejaagd, of als slaaf weggevoerd.
  • Weggejaagde joden werden verspreid over het gehele Romeinse rijk.
  • Ze bouwden overal synagogen

Slide 17 - Tekstslide

Christenen in het rijk
  • Predikers verspreiden het christendom in het Romeinse rijk.
  • Christendom werd populair.
  • Probleem: christenen weigerden staatsgoden te vereren. 
  • Christenen kregen de schuld dat het slecht ging met het Romeinse rijk (geen bescherming meer van staatsgoden)
  • Christendom werd verboden. Christenen vervolgd en gedood.

Slide 18 - Tekstslide

Keizer Constantijn
  • Constantijn gaf in 313 de christen godsdienstvrijheid
  • Christenen mochten kerkdiensten houden en openlijk met godsdienst bezig zijn.
  • Christenen kregen voorrechten (meer rechten dan anderen)
  • Gevolg --> Groei aantal christenen.
  • 380 Christendom Romeinse staatsgodsdienst (andere godsdiensten verboden, behalve het jodendom)

Slide 19 - Tekstslide

Romeinse rijk christelijk
  • Tempels werden kerk
  • kerkprovincies --> Bisschop heeft de leiding
  • Kerk werd geleid door de paus (bisschop van Rome)

Slide 20 - Tekstslide

De huidige paus
Leider van de Rooms-katholieke kerk

Slide 21 - Tekstslide

Overeenkomst jodendom en christendom
A
Beiden geloven in één God
B
Beiden geloven in Jezus
C
Beiden lezen de Bijbel

Slide 22 - Quizvraag

Welk antwoord staat in de goede tijdsvolgorde?
A
Christus geboren, Joden komen in opstand, christendom staatsgodsdienst
B
Joden komen in opstand, Christus geboren, christendom staatsgodsdienst
C
christendom staatsgodsdienst, joden komen in opstand, Christus geboren

Slide 23 - Quizvraag

Welke keizer stond het christendom toe?
A
Augustus
B
Nero
C
Constantijn
D
Theodosius

Slide 24 - Quizvraag

Wie heeft de leiding in een kerkprovincie?
A
pastoor
B
keizer
C
bisschop
D
paus

Slide 25 - Quizvraag

Joden bidden in een ...... (naam joods gebouw)

Slide 26 - Open vraag

Begrippen
  • jodendom
  • Bijbel
  • prediker 
  • christendom
  • synagoge

Slide 27 - Tekstslide

Begrippen
  • Godsdienstvrijheid
  • kerk
  • bisschoppen
  • paus
  • Rooms-katholieke kerk 

Slide 28 - Tekstslide

Wat heb je geleerd over 2.3?

Slide 29 - Woordweb

Aan de slag
- Huiswerk = 
- Maak opdracht 1 t/m 8 

samenvatting kijk het filmpje in deze les


timer
15:00

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video