Quizzzz
1 / 25
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Bij welke ademhaling wordt voornamelijk gebruik gemaakt van het middenrif?
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling
Slide 3 - Quizvraag
Bronchiën
Luchtpijp
Luchtpijptakjes
longblaasjes
Slide 4 - Sleepvraag
Bloed wat naar de longblaasjes stroomt is.....
A
Zuurstofarm
B
Zuurstofrijk
C
Blauw van kleur
D
Rood van kleur
Slide 5 - Quizvraag
Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe inademing? Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes
2 bronchiën
3 luchtpijp
Slide 6 - Sleepvraag
De wand van de longblaasjes is...
A
Dik
B
Dun
C
niet dun en niet dik
Slide 7 - Quizvraag
Schrijf de verbrandingsreactie met glucose op.
Dus, wat heb je nodig voor verbranding en wat ontstaat er?
Dus, wat heb je nodig voor verbranding en wat ontstaat er?
Slide 8 - Open vraag
Bij welke activiteit wordt het minste brandstof verbrand?
A
Sporten
B
Slapen
C
Stilzitten
D
Huiswerk maken
Slide 9 - Quizvraag
Uitgeademde lucht bevat minder water dan ingeademde lucht
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 10 - Quizvraag
Hoe heet het zwarte spul wat aan de binnenkant van de luchtwegen blijft plakken na roken
Slide 11 - Open vraag
Ingeademde lucht bevat meer waterdamp dan uitgeademde lucht.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Door te sporten of te zingen krijg je sterkere longen.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Bij gewone ademhaling vindt alleen borstademhaling plaats.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quizvraag
In je lichaam vindt verbranding alleen bij lichamelijke inspanning plaats.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Op de plek van ② moet koolstofdioxide worden ingevuld.
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Door het rennen vindt er in het lichaam van het meisje meer verbranding plaats.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Door het rennen gaat het hart van het meisje sneller kloppen.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
In de winter gebruikt het lichaam van een mens meer brandstof dan in de zomer.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Hoe heet deel 1?
Slide 20 - Open vraag
Hoe heet deel 7?
Slide 21 - Open vraag
Houden de neusharen stofdeeltjes tegen?
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quizvraag
Vier pijlen zijn genummerd. Welke weg wordt door pijl 3 weergegeven?
A
De weg die lucht aflegt bij het inademen.
B
De weg die het voedsel aflegt bij het slikken.
C
De weg die het voedsel aflegt bij het verslikken.
D
De weg die lucht aflegt richting de maag.
Slide 23 - Quizvraag
Welke pijl geeft de richting aan waarin koolstofdioxide gaat, pijl P of pijl Q?
A
P
B
Q
