Taaldorp voorbereiding 2 - 2

Taaldorp kader 2021
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Taaldorp kader 2021

Slide 1 - Tekstslide

Planning 02-02
- Taaldorp moet uitgeschreven zijn

Slide 2 - Tekstslide

Planning vrijdag
Anouk + Danique    12:45 - 13:00
Silvio + Daan             12:45 - 13:00
Rami + Sebas            12:45 - 13:00
Dana + Esmée          13:00 - 13:15
Sarya + Noam            13:00 - 13:15
Maik + Damian           13:00 - 13:15
Jayden                           13:15 - 13:30

Slide 3 - Tekstslide

Taaldorp uittypen / uitschrijven
Alle situaties afhebben.

Slide 4 - Tekstslide

im Hotel

Slide 5 - Tekstslide

Proefwerk morgen
Wat moet je leren:

1. woordjes  
 - trappen van vergelijking (gern - lieber - am liebsten) 
 Kloktijden                ( Es ist Viertel vor zwei)
  im, am, um                      ( Hast du am Montag Zeit?)
 werkwoord                  "werden" (Er wird Bäcker)
 - woordvolgorde in een Duitse zin
 - voegwoorden in het Duits

Slide 6 - Tekstslide

Ich teile mein Zeugnis / Schlafzimmer mit meiner Schwester
A
Zeugnis
B
Schlafzimmer

Slide 7 - Quizvraag

Frau Meier ist hübsch / hübscher / am hübschesten als Frau Soling
A
hübsch
B
hübscher
C
am hübschesten

Slide 8 - Quizvraag

Die Steigerung
(Trappen van vergelijking) 

Slide 9 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
Schnell - schneller - 
am schnellsten

Slide 10 - Tekstslide

Bill Gates ist reicher / reich / am reichesten als John de Mol
A
reicher
B
reich
C
am reichesten

Slide 11 - Quizvraag

Ich mag Tee lieber als Milch, aber Orangensaft mag ich am liebsten / lieber / gerner
A
am liebsten
B
lieber
C
gerner

Slide 12 - Quizvraag

15:45, es ist
A
Viertel vor vier
B
zehn vor vier
C
Viertel bevor vier

Slide 13 - Quizvraag

Das Konzert beginnt im / am / um neun Uhr
A
im
B
am
C
um

Slide 14 - Quizvraag

Er .......... nicht alleine sein (werden)
A
wird
B
werdet
C
werden

Slide 15 - Quizvraag

Hoe vertaal je "of"?
A
oder
B
denn
C
weil

Slide 16 - Quizvraag

Hausaufgaben 
werkboek blz. 48 t/m 50 maken opdracht 
1 t/m 5 + 
7 t/m 10 
hfdst 3

Slide 17 - Tekstslide