oefenen 4

Invalshoeken 
en 
de vier kenmerken van een maatschappelijk vraagstuk 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Invalshoeken 
en 
de vier kenmerken van een maatschappelijk vraagstuk 

Slide 1 - Tekstslide

Welk beroep staat het laagst op de maatschappelijke ladder?
A
Vuilnisman
B
Schoonmaker van WC's
C
Arts
D
Docent

Slide 2 - Quizvraag




Wat vinden rechtse actoren belangrijker?
Welke waarden vinden rechtse actoren belangrijk?
A
gelijkheid
B
vrijheid

Slide 3 - Quizvraag

Persoon of groep die actief betrokken is bij een maatschappelijke botsing
A
pluriforme
B
actoren
C
politici
D
rechters

Slide 4 - Quizvraag

Belangen zijn
A
Dingen die we belangrijk vinden
B
Dingen die in ons voordeel zijn.

Slide 5 - Quizvraag

Welke invalshoek?
Hoe keek men in het verleden tegen dit probleem aan?
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 6 - Quizvraag

Welke invalshoek?
Wat is de maatschappelijke positie van de betrokken groepen
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 7 - Quizvraag

Welke invalshoek?
Hoe pakte de overheid de Spaanse griep aan in 1919/1920?
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 8 - Quizvraag

Welke invalshoek?
Wat is de rol van de media bij de meningsvorming over wel of niet inenten?
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 9 - Quizvraag

Welke invalshoek bedoel ik hier?
Kijkt naar normen en waarden, gedeelde opvattingen, subculturen

Slide 10 - Open vraag


Welk kenmerk herken je? 
A
Het gaat over een situatie die veel mensen onwenselijk vinden
B
Er zijn verschillende meningen over de oplossing
C
Er is media aandacht voor het probleem
D
We moeten het oplossen door een gezamenlijke actie of met hulp van de overheid

Slide 11 - Quizvraag


Welk kenmerk herken je? 
A
Het gaat om een situatie die veel mensen onwenselijk vinden
B
Er zijn verschillende meningen over de oplossing
C
Er is media aandacht voor het probleem
D
We moeten het oplossen met een gezamenlijk actie of door optreden van de overheid

Slide 12 - Quizvraag


Welke invalshoek herken je? 
A
Politiek-juridische invalshoek
B
Sociaal-economische invalshoek
C
Sociaal-culturele invalshoek
D
Veranderings-vergelijkende invalshoek

Slide 13 - Quizvraag

Waar gaan de verschillende  invalshoeken over?
Maak de goede combinaties.
Politiek-juridische invalshoek
`Sociaal-economische invalshoek
`Sociaal-culturele invalshoek
Veranderings- en vergelijkende invalshoek
Alles dat te maken heeft met wetten en regels. 
Heeft te maken met geld, hoe dit verdeeld wordt tussen verschillende groepen.
Welke cultuur, waarden, normen en meningen er zijn.
Veranderingen van heden/verleden.
Vergelijking met andere landen.

Slide 14 - Sleepvraag

Welk begrip ontbreekt?
het gaat om een situatie die veel ............. onwenselijk vinden

Slide 15 - Open vraag

Welk woord ontbreekt?
Het probleem krijgt de aandacht van de ................

Slide 16 - Open vraag

Moet een maatschappelijk probleem altijd een politiek probleem zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer wordt een maatschappelijk probleem een politiek probleem?
A
Als veel mensen de situatie onwenselijk vinden
B
Als het probleem is opgelost door de politiek
C
Als het probleem op de politieke agenda staat
D
Als de politiek besluit het probleem niet aan te pakken

Slide 18 - Quizvraag

Wat is GEEN maatschappelijk probleem
A
Discriminatie
B
Liefdesverdriet
C
Drugsgebruik
D
Criminaliteit

Slide 19 - Quizvraag

Maatschappelijk probleem
Persoonlijk probleem
Ruzie met je vriend
Klimaatverandering
Huiswerk niet af
Lerarentekort
Coronabesmettingen
je moet in quarantaine

Slide 20 - Sleepvraag

Een maatschappelijk probleem is pas een maatschappelijk probleem als..
A
Het aan 1 kenmerk voldoet
B
Het aan 2 kenmerken voldoet
C
Het aan 3 kenmerken voldoet
D
Het aan 4 kenmerken voldoet

Slide 21 - Quizvraag