woensdag 19 mei

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema Technologie.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema Technologie.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 1 - Tekstslide

de robot
(zelfstandig naamwoord)


  • een machine die het werk van mensen doet 
  • robotisering= veel verschillende dingen die door robotten                   worden gedaan.
  • meervoud: de robotten
  • zin: Mijn grasmaaier is een robot, nu hoef ik het zelf niet te doen.   
  • zin: In de auto industrie is er veel robotisering.

Slide 2 - Tekstslide

waarnemen
(scheidbaar werkwoord)
  • zien, horen, proeven, ruiken of voelen 
  • iets of iemand kan waarnemen
  • waarnemen doe je met je vijf zintuigen
  • Ik neem waar, ik nam waar, ik heb waargenomen
  • zin: De robot kan nog niet zo goed waarnemen als de mens.
  • zin: Het meisje neemt een fijne geur waar. 

Slide 3 - Tekstslide

ervaren
(werkwoord)
  • meemaken, voelen, beleven en daardoor weten hoe iets is 
  • iets ervaren kan leuk/goed zijn of juist niet
  • 1. de ervaring= de belevenis waardoor je weet hoe iets is
  • 2. de ervaring= iets wat je vaak hebt gedaan/ wat je vaak hebt ervaren.
  • ik ervaar, ik ervaarde/ik ervoer, ik heb ervaren
  • zin: Ik heb ervaren dat het maken van een toets spannend is.
  • zin: Met mijn familie het Suikerfeest vieren is een mooie ervaring.
  • zin: De docent heeft ervaring met lesgeven aan grote groepen.

Slide 4 - Tekstslide

het huishouden
(zelfstandig naamwoord)
  • het werk dat je doet om je huis schoon en opgeruimd te houden 
  • huishoudelijk= alles wat met het huishouden te maken heeft
  • zin: Het huishouden van mijn buren is goed geregeld.
  • zin: Bij die winkel kun je huishoudelijke apparaten kopen.
  • zin: Mijn man doet gelukkig veel in het huishouden.

Slide 5 - Tekstslide

de machine
(zelfstandig naamwoord)
  • een groot apparaat waarmee je iets kunt maken of doen 
  • synoniem: het apparaat
  • bedacht en gemaakt door mensen
  • machinaal= alles wat door machines gedaan kan worden.
  • zin: Een robot is een machine.
  • zin: De stofzuigerrobot vind ik een handige machine.
  • zin:Mensen bedenken steeds betere machines die moeilijke dingen kunnen.

Slide 6 - Tekstslide

Op welke afbeelding zie je een robot?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Plaats een foto van een robot.
Zoek op google.

Slide 8 - Open vraag

Welk zintuig gebruik je om
te kunnen 'waarnemen'?
A
je huid (gevoel)
B
je ogen (zicht)
C
je oor (geluid)
D
je neus (reuk)

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het vijfde zintuig waarmee je kunt 'waarnemen'?
Gebruik je aantekeningen!

Slide 10 - Open vraag

Vul het woord in.
Ik heb................dat de corona tijd heel saai voor mij was.
A
gezien
B
gelopen
C
gegeten
D
ervaren

Slide 11 - Quizvraag

Je weet hoe iets is als je het..........

(er zijn meer antwoorden goed)
A
ervaart
B
beleeft
C
meemaakt
D
voelt

Slide 12 - Quizvraag

Wat doe jij
in het huishouden?

Slide 13 - Woordweb

Welke machine vind jij een mooie uitvinding?

Slide 14 - Open vraag

Sleept dit woord naar de juiste afbeelding

machine
Bij welke afbeelding hoort het woord

waarnemen
Bij welke afbeelding hoort het woord

het huishouden
Welke afbeelding hoort bij het woord 


ervaren

Slide 15 - Sleepvraag

Opdracht: maak 2 of 3 zinnen
Gebruik de onderstaande woorden in de zinnen.
Gebruik alle woorden!

de machine, de robot, ervaren, het huishouden, waarnemen

Slide 16 - Open vraag