Leerdoelen:
Paragraaf 1.1
1. Je kunt een noordpijl herkennen op de kaart en weet de functie hiervan
2. Je weet wat de bevolkingsdichtheid is en hoe je deze berekent.
3. Je kunt schaal berekenen van cm naar km
Paragraaf 1.2
1. Je kunt de schaal herkennen en aflezen
2. Je weet het verschil tussen absolute – en relatieve afstand
3. Je weet het verschil tussen een natuurlijke- ingericht landschap