3.4 Schrijven en formuleren - betoog deel 1

§3.3 Lezen - Schrijven: Betoog
Toets gaat over het schrijven van een overtuigende tekst
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§3.3 Lezen - Schrijven: Betoog
Toets gaat over het schrijven van een overtuigende tekst

Slide 1 - Tekstslide

Raadsel van de dag
Ik zit niet in een eeuw, wel in een jaar. Niet in een seizoen, wel in een maand. Niet in een week, maar wel in een dag. Wat ben ik?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het antwoord van het raadsel?

Slide 3 - Open vraag


Lesdoelen
1. Lezen herhalen en nagaan of je de lesstof beheerst 
2. Betoog schrijven met blokjesschema

Slide 4 - Tekstslide

Leesstrategieën
1. verkennend lezen
2. nauwkeurig lezen
3. zoekend lezen
4. studerend lezen
5. kritisch lezen

Slide 5 - Tekstslide

Eerst doen nu:

Lees de theorie op blz. 178 en 179 2x grondig. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is 'kritisch lezen'?

Slide 7 - Woordweb

kritisch lezen
De lezer weegt vooral de argumenten kritisch.
Stel je jezelf beoordelende vragen zoals:
  • Is de schrijver deskundig?
  • Hoe weet hij dat?
  • Is de informatiebron betrouwbaar?
  • Is de informatie waar?
  • Is het argument een feit of een mening?



Slide 8 - Tekstslide

Welke signaalwoorden zie je?
Nog voordat Jaap was uitgesproken, gooide Sofie hem een glas water in het gezicht. Meteen daarna is ze vertrokken

Slide 9 - Woordweb

Wat is het tekstverband?
Nog voordat Jaap was uitgesproken, gooide Sofie hem een glas water in het gezicht. Meteen daarna is ze vertrokken
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend
D
redengevend

Slide 10 - Quizvraag

Welke signaalwoord zie je?
Anja wil wel collecteren voor de Dierenbescherming, want zij wil
dieren in nood helpen.

Slide 11 - Woordweb

Wat is het tekstverband?
Anja wil wel collecteren voor de Dierenbescherming, want zij wil
dieren in nood helpen.
A
tegenstellend
B
concluderend
C
oorzaak-gevolg
D
redengevend

Slide 12 - Quizvraag


Tekstverbanden:
1. opsommend
2. tijdsvolgorde 
3. tegenstellend
4. uitleggend
5. redengevend
6. concluderend
7. samenvattend
8. oorzaak en gevolg
9. vergelijkend

Slide 13 - Tekstslide

Een betoog schrijven blz. 187:
De lezer overtuigen van
jouw mening met goede argumenten

Tekstopbouw:
- Een pakkende titel
- Inleiding: onderwerp en mening
- Kern: argumenten, tegenargumenten, weerlegging
- Slot: conclusie of korte samenvatting
- Woordkeus: duidelijk, stellig

Slide 14 - Tekstslide








Betoog schrijven? Zet eerst jouw mening en argumenten in een blokjesschema. Je controleert op die manier of je argumenten aansluiten bij jouw mening.

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld blokjesschema

Slide 16 - Tekstslide

Wat?
§ 3.3 Lezen: Opdrachten 20-27
§ 3.4 Schrijven: 1-4 
Hoe?
Ta!ent online
Hulp?
Lesboek, klasgenoot, 
van der Ven
Opbrengst?
Huiswerk
Leerdoel
Lesstof in teksten oefenen
Betoging schrijven met een blokjesschema
Klaar?
Lezen, taakwerk

Slide 17 - Tekstslide

Nu doen:
 Maken Lezen 3.3 opdracht 8 (blz. 178) en opdracht 14.
Lees daarna de theorie op blz. 188 goed door en maak daarna opdracht, 5 a, b en c en opdracht 7a.

Slide 18 - Tekstslide

Heb je wat geleerd?

Slide 19 - Tekstslide