Les MBO

Mondelinge communicatie 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mondelinge communicatie 

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik 
Wat hebben we geleerd over formeel/informeel taalgebruik?

Hoe kun je klantvriendelijk en professioneel communiceren?

Welke non-verbale signalen zijn belangrijk?












Slide 2 - Tekstslide

Invulling lessen 
Les 1: 
Mondelinge communicatie in de horeca: formeel en informeel taalgebruik  
Klantgericht communiceren: actief luisteren en gastvrije interactie 

Slide 3 - Tekstslide

Invulling lessen 
Les 2: 
Non-verbale communicatie en houding in de horeca  
Omgaan met klachten en lastige gasten  


Slide 4 - Tekstslide

Invulling lessen 
Les 3 (eindopdracht)
Professioneel en klantvriendelijk taalgebruik in de horeca 

Slide 5 - Tekstslide

Doelen 
Les 1:
- De student herkent het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik 
- De student kan actief luisteren en de kern van een gesprek samenvatten.

Les 2:
• De student kan non-verbale signalen herkennen en interpreteren in gesprekken
• De student kan klantvriendelijk reageren op vragen en opmerkingen.

• De student kan doorvragen en actief deelnemen aan gesprekken.

Slide 6 - Tekstslide

Doelen 
Les 3:
• De student spreekt begrijpelijk en correct Nederlands, passend bij de situatie.
• De student kan overtuigend en professioneel spreken, bijvoorbeeld bij het aannemen van een  
   bestelling of het geven van advies.
• De student kan professioneel omgaan met klachten en moeilijke gasten.
• De student kan doorvragen en actief deelnemen aan gesprekken.

Slide 7 - Tekstslide

Inleiding
Eindopdracht 

Summatieve beoordeling 



 

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 

Groepjes van 3
(gast – medewerker – observator).

Realistische horecasituaties uitspelen.

Na elke ronde wisselen de rollen.
Beoordelingsformulier om elkaar feedback te geven.


Slide 9 - Tekstslide

Beoordeling 
Correct en begrijpelijk Nederlands
Professionele en klantvriendelijke houding
Zelfverzekerdheid
Omgang met klachten en lastige gasten
Non-verbale communicatie (oogcontact, houding, uitstraling)
Doorvragen en actief deelnemen aan gesprek
Passende en professionele woordkeuze (formeel)



Slide 10 - Tekstslide

Wikiwijs
https://maken.wikiwijs.nl/?id=15&arrangement=214433 

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiting 
Peerfeedback
Summatieve beoordeling door docent
Afsluiting korte groepsreflectie

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoel
Ik leer hoe ik een goede formele email kan schrijven. 
Ik leer het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik. 
Schrijven van een formele email 
schrien

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden van formeel taalgebruik:

"Geachte heer Jansen,"
"Kunt u mij alstublieft helpen?"
"Met vriendelijke groet,"

Slide 14 - Tekstslide

Informeel taalgebruik gebruik je als je met vrienden, familie of mensen die je goed kent praat of schrijft. Het klinkt minder formeel en is meer ontspannen. Je kunt kortere zinnen gebruiken en vaak is het minder beleefd dan formeel taalgebruik.

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden van informeel taalgebruik:

"Hoi!"
"Kun je me helpen?"
"Groetjes!"

Slide 16 - Tekstslide

Verschil formeel/informeel taalgebruik
Formeel
Informeel
u
jij
meneer, mevrouw
voornaam
geachte, beste
hey, dag, hallo, hoi
hoogachtend, hartelijke groeten, vriendelijke groet
groetjes, doei, x
hij, hem, zij
ie, 'm, ze

Slide 17 - Tekstslide

Formeel taalgebruik

Voorbeeld:

Geachte mevrouw, 
Ik heb mijn brief naar u opgestuurd. Ik hoop dat ik snel een reactie van u krijg. 

Vriendelijke groet,
Niels 





Informeel taalgebruik

Voorbeeld:

Hoihoi! Heb je een leuke dag gehad op school? We gaan vanmiddag even naar de stad, heb je zin om mee te gaan?
Mama

Slide 18 - Tekstslide

Korte opdracht 
Probeer een voorbeeld/situatie te bedenken wanneer jij wel eens formeel taalgebruik moet gebruiken. 
Schrijf beide 1 ding op je wisbordje 


Slide 19 - Tekstslide

Verschil formeel/informeel taalgebruik
Formeel
Informeel
u
jij
meneer, mevrouw
voornaam
geachte, beste
hey, dag, hallo, hoi
hoogachtend, hartelijke groeten, vriendelijke groet
groetjes, doei, x
hij, hem, zij
ie, 'm, ze

Slide 20 - Tekstslide

Belangrijk (les 40)
Formele e-mail

1) E-mailadres
2) Onderwerp - wat is het onderwerp van je mail?
3) Aanhef - hoe spreek je iemand aan --> Beste, geachte, goedemiddag, hallo, hoi 

Slide 21 - Tekstslide

Belangrijk (les 40)
4) Jouw bericht - bij formele e-mail is dat in de u-vorm. 
- Schrijf waarom je mailt. Daarna schrijf je wat je van de ander wilt. Misschien wil je nog wel een vraag stellen en bedank diegene aan wie je mailt. 
5) Sluit af - met vriendelijke groeten, 

Slide 22 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Wat?
Les 40 maken,
Basis: 1 t/m 9 
KGT: 1 t/m 8 en 10 
LET OP HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS BIJ JE OPDRACHTEN
Hoe?
Lees de opdrachten en gebruik het bak belangrijk
Klaar?
Kijk je werk na
Tijd?
30 minuten
Vragen? 
Zijn er nog vragen? 

Slide 23 - Tekstslide

Verschil formeel/informeel taalgebruik
Formeel
Informeel
u
jij
meneer, mevrouw
voornaam
geachte, beste
hey, dag, hallo, hoi
hoogachtend, hartelijke groeten, vriendelijke groet
groetjes, doei, x
hij, hem, zij
ie, 'm, ze

Slide 24 - Tekstslide