In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Herhalingsvragen THVP
Alle hoofdstukken
Slide 1 - Tekstslide
Welke reinigingsproducten moet je emulgeren met water?
A
Hydrofiele olie en mousserende reinigingsemulsie.
B
Reinigingsmilk en hydrofiele olie.
C
Reinigingsgel en reinigingscrème.
Slide 2 - Quizvraag
Wat doet een oppervlakte reiniging?
A
Het reinigt de poriën en verwijdert comedonen.
B
Het verdunt de hoornlaag en verwijdert milia.
C
Het verwijderd afvalstoffen en make-up.
Slide 3 - Quizvraag
Waterproof make-up verwijder je met een product op:
A
O/W basis
B
W/O basis.
C
waterige basis.
Slide 4 - Quizvraag
Welke stof zit er wel in een scrub?
A
Schurende stoffen.
B
Organische zuren.
C
Hoornsplitsende stoffen.
Slide 5 - Quizvraag
Een open comedo kun je herkennen aan:
A
Huidkleurige bultjes.
B
Verhoorning.
C
Zwart puntje.
Slide 6 - Quizvraag
Waarom is hygiënisch werken belangrijk?
A
Hygiënisch werken is een voorwaarden uit de vestigingswet.
B
Personeel en klanten mogen geen gezondheidsrisico’s lopen.
C
Schone en heldere bedrijven worden vaker door klanten bezocht.
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent desinfecteren?
A
Ontsmetten.
B
Reinigen.
C
Schoonmaken.
Slide 8 - Quizvraag
Noem een voorbeeld van een macro-organisme.
A
Bacterie.
B
Hoofdluis.
C
Virus
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de werking van het paraffinemasker?
A
Kalmerend
B
Reinigend
C
Verwekend
Slide 10 - Quizvraag
In welke masker wordt magnesiumperoxide gebruikt als bestanddeel?
A
Een gipsmasker
B
Een pastamasker
C
Een zuurstofmasker
Slide 11 - Quizvraag
Bij welke indicatie geef je de algenpakking in kuurverband?
A
Acne
B
Afslanken
C
Ontspanning
Slide 12 - Quizvraag
Hoe heet het lichaamshaar bij de man?
A
Lanugo
B
Terminaal
C
Vellus
Slide 13 - Quizvraag
Welke methode hoort bij depilatie?
A
automatisch pincet
B
suikerhars
C
ontharing crème
Slide 14 - Quizvraag
Waaraan is het haarspiertje bevestigd?
A
haarfollikel
B
haarpapil
C
haarschacht
Slide 15 - Quizvraag
Welke massagegrepen behoren tot de kalmerende grepen?
A
Effleurages.
B
Petrissages.
C
Tapotements.
Slide 16 - Quizvraag
7 Door welke reactie tijdens de massage ontstaan weefselhormonen?
A
Door biochemische reacties.
B
Door mechanische reacties.
C
Door reflectorische reacties.
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een voorbehandeling bij een massage?
A
Opbrengen van een masker.
B
Verdunnen hoornlaag.
C
Warme kompressen
Slide 18 - Quizvraag
Welke percentage waterstofperoxide mag je maximaal gebruiken bij het verven van wimpers en wenkbrauwen?
A
3%
B
5%
C
10%
Slide 19 - Quizvraag
Hoe lang is de maximale inwerktijd van de verf bij wimpers?
A
Twee minuten.
B
Vijf minuten.
C
Tien minuten.
Slide 20 - Quizvraag
Waarom gebruik je waterstofperoxide bij het verven van de wimpers?
A
Om de verf te activeren.
B
Om de verf te verdunnen.
C
Om de wimpers te ontsmetten.
Slide 21 - Quizvraag
Wat is doorgaans de volgorde voor het aanbrengen van make-up?
A
Camouflage – crèmerouge – foundation.
B
Camouflage – foundation – crèmerouge.
C
Foundation – camouflage – poederrouge
Slide 22 - Quizvraag
Welke kleuren oogschaduw gebruik je bij voorkeur bij een donkere huid?
A
Blauw en lila.
B
Goud en paars.
C
Zilver en groen.
Slide 23 - Quizvraag
Bij welke make-up gebruik je bij voorkeur een ampul met een speciale fixatievloeistof?
A
Bij een bruidsmake-up.
B
Bij een make-up voor de donkere huid.
C
Bij een mannenmake-up.
Slide 24 - Quizvraag
Bij welke make-up gebruik je bij voorkeur een ampul met een speciale fixatievloeistof? A Bij een bruidsmake-up. B Bij een make-up voor de donkere huid. C Bij een mannenmake-up.