2 mavo H4 lezen NN5

Je weet wat feiten, meningen en argumenten zijn. Je kent de bijbehorende signaalwoorden. Je kunt de feiten, meningen en argumenten in teksten benoemen. 

controleren of de theorie bekend is
nakijken: opdr. 1 en 2 van blz. 127/128 
maken: opdr. 3 en 4 van blz. 129-132
Verder: woordenlijst woordenschat H4 en lootjes trekken themalezen en planning laatste periode
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Je weet wat feiten, meningen en argumenten zijn. Je kent de bijbehorende signaalwoorden. Je kunt de feiten, meningen en argumenten in teksten benoemen. 

controleren of de theorie bekend is
nakijken: opdr. 1 en 2 van blz. 127/128 
maken: opdr. 3 en 4 van blz. 129-132
Verder: woordenlijst woordenschat H4 en lootjes trekken themalezen en planning laatste periode

Slide 1 - Tekstslide

Noteer wat je weet over hoofdletters. theorie blz. 113

Slide 2 - Open vraag

Noteer wat je weet over VD als BN. theorie blz. 115

Slide 3 - Open vraag

Noteer de samenvatting van de theorie blz. 127/128

Slide 4 - Open vraag

Nakijken: opdr. 1 blz. 127
1   ‘Tijd voor een onderzoek: is het gebruik van sociale media tijdens andere taken   
     acceptabel?’ 
2   Hij vindt chatten in de les terwijl hij huiswerk maakt geen probleem. 
     (Volgens hem kun je beter niet chatten als de docent iets uitlegt of huiswerk  
     opgeeft.) 
3   Volgens hem heeft niemand daar last van, want het geeft geen lawaai. 
4   mening: Ronny vindt, volgens hem 
      uitleg: omdat, immers 
5   ‘is van mening’ 
6   twee (over als je aan het leren bent en als je aan het werk bent) 

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken: opdr. 2 blz. 128/129
1   Onderlinge strijd tussen kinderen in het gezin of ruzie tussen broer en zus 
2   C een krantenartikel 
3   rivaliteit (al. 1) – elkaar als concurrent zien, strijd, hier: strijd om aandacht 
     biologisch gegeven (al. 2) – iets wat door de natuur bepaald is 
     exclusieve recht (al. 2) – alleen voor jou bedoeld, waarop alleen die ene recht heeft 
     opkomen voor hun belangen (al.3 ) – duidelijk maken wat je wilt, waar je belang bij  
     hebt 
     conflicten (al. 3) – ruzie, onenigheden 
     karakters (al. 4) – aangeboren eigenschappen 
     partij kiezen (al. 4) – kiezen voor de ene kant en niet voor de andere kant, een van  
     de partijen in het gelijk stellen, het voor iemand opnemen  



Slide 6 - Tekstslide

Nakijken: opdr. 2 blz. 128/129
3    profijt van hebben (al.5) – voordeel van hebben 
4    het nieuw verschenen boek Broers en zussen zonder rivaliteit 
5    ‘Niets is zo natuurlijk en zinvol als de onderlinge strijd tussen kinderen in en gezin. 
      (Alleen aan de heftigheid van de ruzies moet je wél iets doen.)’ 
6    ‘Het boek gaat over hoe ouders het beste kunnen communiceren met hun 
       kinderen.’ 
7    meningen 
8    Bijvoorbeeld: Rivaliteit (is) nuttig (goed) Of: Nut van ruzie maken 
9    Het lijkt dan voor kinderen vaak alsof ouders partij kiezen. 
10  want 





Slide 7 - Tekstslide

Nakijken: opdr. 2 blz. 128/129
11   Reden 1.: Ze leren omgaan met verschillen tussen mensen. 
      Reden 2.: Ze hebben hun leven lang profijt van wat ze leerden. 
12   ‘Ruzies tussen broers en zussen zijn dus heel belangrijk voor de kinderen om te 
      leren omgaan met verschillen tussen mensen.’ 
 






Slide 8 - Tekstslide

aan het werk:
maken: opdrachten 3 en 4 van blz. 129-132
lezen: leesboek of woordenschatlijst H4
timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

huiswerk vrijdag 10 mei:
lezen in je leesboek en voorbereiden themalezen
leren: theorie blz. 127/128, woordenschatlijst H4
maken: opdr. 3 en 4 van blz. 129-132

Slide 10 - Tekstslide