Ontdek Engels: Vraagzinnen, Voorzetsels en Present Continuous

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Grammar and reading lesson

Leerdoel van de les

Aan het einde van de les kun je vraagzinnen, voorzetsels en de present continuous herkennen en toepassen in een tekst.

Present continuous

Iets wat in de tegenwoordige tijd gebeurd en ook op dit moment aan de gang is. 

Werkwoord eindigt altijd op een -ing vorm 

Wat zijn vraagzinnen?

Vraagzinnen beginnen met een vraagwoord zoals 'who, 'what', 'where', 'when', 'why' of 'how'.

5XW + H

Prepositions (voorzetsels)

Voorzetsels geven aan waar iets of iemand is ten opzichte van een ander object of locatie.

Kastwoorden - table words

What is the correct question form for 'He is a teacher'?

1. He a teacher?
2. Is he a teacher?
3. Is he teacher?
4. He is a teacher?

Which of the following is a correct question form for 'They are playing football'?

1. Are they playing football?
2. Are they play football?
3. They are playing football?
4. Playing they football are?

What is the correct question form for 'She can speak Spanish'?

1. Can she speak Spanish?
2. Speak she Spanish can?
3. She speak Spanish can?
4. Can she speak Spanish?

Which sentence uses the present continuous tense correctly?

1. I am study for my English exam.
2. I am studying for my English exam.
3. I studying for my English exam.
4. I study for my English exam.

What are the prepositions?

Welke soorten leesteksten ken je?

Write down 3 things that you have learned from this lesson, answer in English!

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

What is something you did not understand this lesson? Answer in English as well.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.