Compositiesoorten + quiz

Leerdoelen Compositie 
1. Welke onderdelen in een kunstwerk leiden tot de compositie?
2. Welke verschillende grondvormen zijn er qua compositie? 
3. Wat maakt een compositie statisch of dynamisch?
4. Hoe kun je een compositie typeren?
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
kunst algemeenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen Compositie 
1. Welke onderdelen in een kunstwerk leiden tot de compositie?
2. Welke verschillende grondvormen zijn er qua compositie? 
3. Wat maakt een compositie statisch of dynamisch?
4. Hoe kun je een compositie typeren?

Slide 1 - Tekstslide

COMPOSITIE= vlakverdeling
De manier waarop alles is geordend (neergezet)
in een kunstwerk

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

1. Welke onderdelen zorgen voor een compositie in een schilderij
1. lijnen
2. kleuren
3. vormen
4. richtingen

<- Mondriaan
In dit schilderij zijn de vormen, kleuren en  lijnen belangrijk voor de compositie.
Het gele vlak staat centraal in deze statische compositie.

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Voorbeeld 
In dit schilderij zijn de kleuren en richtingen belangrijk voor de compositie. De witte kleur van het laken en de huid van Jezus, zorgt voor een diagonale richting in de compositie. De rode jas versterkt de diagonale richting in de compositie. 

Slide 6 - Tekstslide

= De manier waarop alles is geordend (neergezet)

in een kunstwerk

STATISCH                         of               DYNAMISCH            Onbeweeglijk                                    Beweeglijk
Rustig                                                  Druk
Symmetrisch                                      Asymmetrisch
2. Wat is een statische & dynamische compositie?

Slide 7 - Tekstslide

Dynamisch
- veel beweging
- diagonale richting
- chaotisch/rommelig

Slide 8 - Tekstslide

Statisch
- rustig 
- symmetrisch
- verticale en horizontale lijnen

Slide 9 - Tekstslide

3. Wat is een compositie grondvorm?
Verschillende compositie grondvormen:
- symmetrisch
- asymmetrisch
- centraal
- driehoek
- overall
- diagonaal
- horizontaal
- verticaal


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Quiz!!

Slide 18 - Tekstslide

Welke compositie
zie je hier?

Slide 19 - Tekstslide

Welke compositie (grondvorm)?
A
overall compositie
B
driehoek compositie
C
horizontale compositie
D
centrale compositie

Slide 20 - Quizvraag

 Overall compositie
Het is een overall compositie, want
er gebeurt overal wat. Er is geen aandachtspunt.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Welke compositie grondvorm?
A
verticale compositie
B
overall compositie
C
driehoek compositie

Slide 23 - Quizvraag

Driehoekscompositie
Het is een driehoekscompositie. De witte mensen en de platte man vormen samen een driehoek. Daarnaast staan ze midden in het schilderij.

Slide 24 - Tekstslide

Welke compositie zie je hier?

Slide 25 - Tekstslide

Welke compositie zie je?
A
verticale compositie
B
centrale compositie
C
driehoekscompositie
D
asymmetrische compositie

Slide 26 - Quizvraag

Centrale compositie
Het is een centrale compositie, want de Farao staat centraal en in het midden van de afbeelding. Alle aandacht is op het beeld gericht. 

Slide 27 - Tekstslide

Welke compositie zie je?

Slide 28 - Tekstslide

Welke compositie zie je?
A
diagonale compositie
B
driehoek compositie
C
centrale compositie
D
verticale compositie

Slide 29 - Quizvraag

verticale compositie
De 3 mensen op de voorgrond zorgen voor een verticale compositie. 
De drie mensen staan op de voorgrond. 
De mensen zijn bijna zo groot als het hele schilderij en vullen hierdoor het beeld. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Waarom is dit schilderij dynamisch te noemen?

Slide 32 - Open vraag

Statisch
Dynamisch

Slide 33 - Sleepvraag

Leerdoelen Compositie - CHECKLIST! 
Beantwoord in je eigen woorden:
1. Welke onderdelen in een kunstwerk leiden tot de compositie?
2. Welke verschillende soorten composities zijn er en hoe kun je deze herkennen? 
3. Wat maakt een compositie statisch of dynamisch?
4. Hoe kun je een compositie typeren?

Slide 34 - Tekstslide