In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
12.1 Selectie
Slide 1 - Tekstslide
Doelen van deze les
Je leert:
wat Darwin ontdekte
hoe verschillende rassen ontstaan
wat natuurlijke selectie is
hoe erfelijke variatie ontstaat
wat evolutie is
Slide 2 - Tekstslide
Hoe is er leven op aarde ontstaan?
Slide 3 - Woordweb
start les...
Goed doorlezen:
TB blz. 154 t/m 159
Je kunt antwoord geven op de volgende vragen:
- Wat is natuurlijke selectie?
- Wat is evolutie?
- Welke drie voorwaarden zijn er voor evolutie? (zonder deze voorwaarden kan er geen evolutie zijn)
Slide 4 - Tekstslide
Charles Darwin
1809 - 1882
kwam erachter dat dieren verranderenden.
Met boot "the beagle"
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
OPDRACHT
Teken de 3 ontwikkelingen na.
Schrijf daar onder wat voor ontwikkeling er gebeurt.
Kan je zelf een evolutie proces tekenen van iets
Slide 8 - Tekstslide
In welke stad werd Charles Darwin in 1809 geboren?
A
London
B
Birmingham
C
Shrewsbury
D
Liverpool
Slide 9 - Quizvraag
Hoe heette de boot waarmee hij een wereldreis maakte
A
Charles Darwin
B
Batavia
C
Stad Amsterdam
D
Beagle
Slide 10 - Quizvraag
Op welk eiland heeft Darwin de evolutietheorie bedacht?
A
Galapagos eilanden
B
Canarische eilanden
C
Chersonissos
D
Gran canaria
Slide 11 - Quizvraag
Hoe heette het principe dat volgens Darwin de drijvende kracht achter de evolutie is?
A
Natuurlijke extinctie
B
Natuurlijke selectie
C
Natuurlijke sequentie
D
Natuurlijke reproductie
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
- De organismen die het best zijn 'aangepast' aan hun biotoop (omgeving) overleven
- Ze planten zich voort en geven hun gunstige eigenschappen door aan hun nakomelingen
- De organismen niet goed zijn 'aangepast' aan hun biotoop (omgeving) overleven het niet
- De minder gunstige eigenschap wordt dus ook niet doorgegeven aan nakomelingen: de soort sterft uit.
Natuurlijke selectie
Slide 14 - Tekstslide
LET OP: Een individu past zich niet aan. Een soort past zich in de loop van de tijd aan. Dit duurt vele generaties.
Dus niet: Een giraf ziet blaadjes hoog in een boom hangen en krijgt een langere nek om erbij te kunnen.
Maar wel: De giraffes met een langere nek hebben een grotere overlevingskans. De eigenschap lange nek geven ze door aan hun nakomelingen.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Voorbeelden van natuurlijke selectie
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
voorbeeld
paaseieren
Slide 19 - Tekstslide
De drie voorwaarden voor evolutie
1. Er is variatie in fenotype
* door omgeving
* door verandering
in genotype (mutatie)
Slide 20 - Tekstslide
De drie voorwaarden voor evolutie
2. De variatie is erfelijk
* als het erfelijk is, staat het
in het DNA en wordt het
doorgegeven aan de
nakomelingen
Slide 21 - Tekstslide
De drie voorwaarden voor evolutie
3. Er is (natuurlijke) selectie
* individuen met bepaalde
gunstige eigenschappen
hebben een grotere kans om
te overleven en zich voort te
planten. Die individuen geven
hun gunstige eigenschappen door
Slide 22 - Tekstslide
De ontwikkeling van larve tot lieveheersbeestje is een voorbeeld van evolutie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
De ontwikkeling van vissen tot amfibieën is een voorbeeld van evolutie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Hoe kon het dat de 'Darwinvinken' in de loop van de tijd verschillende soorten werden
A
isolatie
B
variatie in fenotypen
C
verschil in omgeving
D
alle drie andere antwoorden zijn juist
Slide 25 - Quizvraag
Hoe komt men aan de term 'Survival of the fittest'?
A
De sterkste wint
B
De fitste wint
C
De best aangepaste overleeft
D
De beste overlever is het fitst
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Definitie evolutie
Het ontstaan en veranderen van levensvormen in de loop van zeer lange tijd. Eerst dacht men dat organismen uit stof konden ontstaan: generatio spontanea.
Grondlegger van theorie over evolutie is Lamarck die zag dat er een geleidelijke ontwikkeling plaatsvond bij bijv. de nek van giraffen. Deze theorie is verder ontwikkeld en helder geformuleerd door Charles Darwin in 1859.
Slide 28 - Tekstslide
Huiswerk
Van 12.1 maken opdr: 2, 6, 7, 8, 11, 13, 16, 17, 19, 20, 23, 24
Slide 29 - Tekstslide
Leerdoelen deze les
- Ontdekking Darwin
- ontstaan verschillende rassen
- natuurlijke selectie
- ontstaan nieuwe soorten
- ontstaan erfelijke variatie
- Wat is evolutie
Slide 30 - Tekstslide
Ontdekking Charles Darwin
Leefde tussen 1809 en 1882
Reisde de wereld rond en zag ontwikkelingen van dieren.
Reuzenluipaard, mosselbank boven zee, schelpen op top berg, verschil schildpadden
organismen passen zich aan; evolutietheorie
Slide 31 - Tekstslide
Ontstaan verschillende soorten
Een ras is een groep individuen van dezelfde soort, met ongeveer dezelfde fenotype.
Mensen creëren een ras door te kruisen met de geselecteerde dieren (veredelen of kunstmatige selectie).
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
natuurlijke selectie
Slide 34 - Tekstslide
ontstaan nieuwe soort
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
Erfelijke variatie
Erfelijke variaties ontstaan door mutaties (veranderingen in het DNA).
Hierdoor kunnen er andere genotype en fenotype ontstaan.
Hiernaast zie je een voorbeeld van een mutatie. Een albino kangoeroe
Slide 37 - Tekstslide
evolutie
3 voorwaarden voor evolutie:
1: er is variatie
2: variatie is erfelijk
3: er is (natuurlijke) selectie
Slide 38 - Tekstslide
Zoek een foto op van een fossiel
Slide 39 - Open vraag
Overeenkomsten in bouw
Slide 40 - Tekstslide
Rudimentaire organen
Resten van organen in organismen die geen echte functie meer hebben
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Video
Argumenten
Fossielen
Overeenkomsten in bouw
Rudimentaire organen
Overeenkomsten in cellen en stoffen
Slide 43 - Tekstslide
Leerdoelen
L3: Je kunt omschrijven wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie.
L4: Je kunt omschrijven wat de overeenkomsten tussen verschillende soorten organismen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie