Paragraaf 2.3 De inuit op Groenland

GROENLAN
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

GROENLAN

Slide 1 - Tekstslide

H2.3: DE INUIT OP GROENLAND

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:
Aan het eind van de les kan je:
  • enkele kenmerken van Groenland opnoemen
  • het verschil tussen taiga en tundra klimaat beschrijven
  • in eigen woorden uitleggen wat permafrost is


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

GROENLAND is voor ongeveer 85% bedekt met ijs 

Slide 6 - Tekstslide

Groenland
(Kalaallit Nunaat)
Bijna 60.000 inwoners (Inuit)

Grootste eiland ter wereld

Mensen wonen in kustgebied 
-> dorpen, steden zijn er (bijna) niet

85% sneeuw en ijs

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Klimaat Groenland
Hoofdstad Nuuk:
Gemiddeld 6,5 graden.

Zomer: 10 tot 15 graden,
                 's nachts 4 graden.

Winter: temperatuur onder nul!
Boven de boomgrens.
Landschap: toendra

Slide 9 - Tekstslide

Boomgrens
Kouder dan 10 °C in de zomer.
Er groeien geen bomen meer. 




- hogere breedte
- hoger in bergen

Slide 10 - Tekstslide

Toendra
Lange winters (+-9 mnd)

Vaak bedekt met sneeuw

Zomer ontdooit

Geen bomen!


Slide 11 - Tekstslide

Taiga
Zomer: meer dan 10 graden
Winter: minder dan -3 graden

Voldoende voor de groei van bomen.

Naaldbos!

Slide 12 - Tekstslide

Permafrost
Altijd bevroren ondergrond.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Aan de slag
Maak uit je werkboek blz. 30
de opdrachten 1 t/m 3 

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen:
Aan het eind van de les kan je:
  • enkele kenmerken van Groenland opnoemen
  • het verschil tussen taiga en tundra klimaat beschrijven
  • in eigen woorden uitleggen wat permafrost is


Slide 16 - Tekstslide

H2 §3 deel 2

Slide 17 - Tekstslide

Aan het eind van de les:

* kan je de kenmerken van naald en loofbos opnoemen
* ken je het ontstaanswijze en verschil tussen  landijs en zeeijs




Slide 18 - Tekstslide

Wat groeit er niet in de Toendra?
A
Mossen
B
Bomen
C
Lage struikjes
D
Grassen

Slide 19 - Quizvraag

De bevolkingsspreiding op Groenland is
A
Gelijk
B
Ongelijk

Slide 20 - Quizvraag

Waar in Groenland komt de temperatuur zomers boven de nul graden?
A
Langs de kust
B
In het binnenland
C
In de bergen
D
Het vriest altijd in Groenland

Slide 21 - Quizvraag

Waarom is De bevolking op
Groenland ongelijk verspreid?

Slide 22 - Open vraag


Wat is permafrost?
A
Dat het nooit bevroren is
B
dat er geen bomen groeien
C
Dat er altijd sneeuw ligt
D
Altijd bevroren ondergrond

Slide 23 - Quizvraag

Waarom is het lastig om op de permafrost te bouwen?

Slide 24 - Open vraag

Wat is het verschil tussen land- en zeeijs?

Slide 25 - Tekstslide

Landijs en zeeijs
LANDIJS
Laag eeuwige sneeuw op land die tot ijs is samen-geperst.

ZEE-IJS
Bevroren zeewater(pakijs).
drijfijs:drijvende stukken ijs (in de zomer)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf een voordeel van smeltend ijs op?

Slide 28 - Open vraag

Schrijf een nadeel van smeltend ijs op?

Slide 29 - Open vraag

Smeltend ijs
  • Nadeel: Als het ijs dun is, kunnen de jagers niet met hondensleeën of sneeuwscooters op jacht. Ze gebruiken dan boten die zich een weg door het ijs breken. Dat kost veel tijd en moeite, ook omdat de zeehonden, walrussen en ijsberen steeds verder uit de buurt blijven.
    De jacht levert te weinig op. 
  • Voordeel:  Het pakijs op de Noordelijke IJszee is dunner geworden. Nu kunnen schepen in de zomer via noordelijke zeeroutes varen 

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk
Maak uit je werkboek blz. 31 -32
de opdrachten 4 t/m 8

Indien je geen atlas hebt mag je gebruik maken van google maps of google earth.

Slide 31 - Tekstslide

Aan het eind van de les:

* kan je de kenmerken van naald en loofbos opnoemen
* ken je het ontstaanswijze en verschil tussen  landijs en zeeijs




Slide 32 - Tekstslide

Geef een tip en een top over deze les:

Slide 33 - Open vraag