4. Betaalrekening - inkomsten / uitgaven

4. Inkomsten en uitgaven 

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4. Inkomsten en uitgaven 

Slide 1 - Tekstslide

Stel...
Je krijgt van mij nu 10 euro.
Wat zou je er mee doen?

Slide 2 - Open vraag

En, als ik je nu 500 euro
zou geven?

Slide 3 - Open vraag

Geld is er altijd...
Je hebt elke dag te maken met geld, ook als je denkt van niet!
Veel dingen die je wilt doen of wilt hebben, kosten geld.

Kiezen waaraan je je geld uitgeeft.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Op een schaal van 1 tot 10..
Hoe belangrijk is geld voor jou?
010

Slide 6 - Poll

Inkomsten en uitgaven 

Slide 7 - Tekstslide

Inkomsten - Uitgaven
1. Wat zijn inkomsten?
2. Wat zijn uitgaven?

Slide 8 - Open vraag

Uitgaven:
Geld wat je 'uitgeeft'
Inkomsten:
Geld wat 'binnen' komt

Slide 9 - Tekstslide

Inkomsten
Geld dat binnenkomt door:
  • Inkomen uit werken
  • Inkomen van een uitkering


Voor jullie zijn de inkomsten:
  • Zakgeld
  • Kleedgeld
  • Bijbaantje

Slide 10 - Tekstslide

Uitgaven
Geld dat je uitgeeft aan: 
  • Huur/ hypotheek
  • Water, gas, elektriciteit
  • Verzekeringen
  • Eten
  • Kleding
  • Verzorgingsproducten 
  • Telefoonabonnement
  • Etc.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Inkomsten of uitgaven?

Als je geld uitgeeft voor het abonnement
van je telefoon zijn dat ..
A
Uitgaven
B
Inkomsten

Slide 13 - Quizvraag

Inkomsten of uitgaven?

In het kerstpakket van mijn werk zat een waardebon in van 50 euro...
A
Uitgaven
B
Inkomsten

Slide 14 - Quizvraag

Inkomsten of uitgaven?

Ik heb de benzinetank van de auto
weer vol gegooid...
A
Uitgaven
B
Inkomsten

Slide 15 - Quizvraag

Hoe ga je om met de inkomsten - uitgaven?
  • Bankrekening openen:
    - Betaalrekening
    - Spaarrekening
  • Denk na over wat je koopt: 'Heb ik het echt nodig?'
  • Geef niet meer geld uit dan wat je hebt.
  •  Probeer geld over te houden > Sparen.

Slide 16 - Tekstslide

Betaalrekening
  • Komt je loon op binnen
  • Dagelijkse uitgaven
  • Geld overmaken naar andere (eigen) rekeningen
  • Betalen van vaste lasten (o.a. gas, water, licht, hypotheek/ huur, verzekeringen)

Weinig/ geen rente
Spaarrekening
  • Geld wat je maandelijks 'over houdt'
  • Sparen voor grote uitgaven
  • Niet direct geld om te gebruiken

('vast zetten' voor) hogere rente

Slide 17 - Tekstslide

Heb jij een eigen bankrekening?
A
Nee, die heb ik niet.
B
Ja, ik heb deze... Ik gebruik deze alleen nooit.
C
Ja, ik gebruik deze regelmatig.

Slide 18 - Quizvraag


Hoeveel geld heb jij per maand
te besteden?
anoniem antwoord

Slide 19 - Open vraag


Zoek een bijpassend plaatje van internet.
Waar geef jij het meeste 
geld aan uit?

Slide 20 - Open vraag

0

Slide 21 - Video


Herken jij je in het filmpje?
Geef jij weleens teveel geld uit?
A
Nee, nooit
B
Heel soms
C
Best wel vaak

Slide 22 - Quizvraag

Wat vond jij van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll