meervoud zn 2h/2vm

Welkom
- Ga lekker zitten op je vaste plek
- Jas uit, tas op de grond
- Chromebook open, inloggen op LessonUp

- Boek open op bladzijde 129

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
- Ga lekker zitten op je vaste plek
- Jas uit, tas op de grond
- Chromebook open, inloggen op LessonUp

- Boek open op bladzijde 129

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
Spelling blok 3: meervoud zelfstandige werkwoorden

1) Wat weet je nog & uitleg
interactief meedoen
2) Spel in viertallen

Slide 2 - Tekstslide

Doel

  • Je kunt het meervoud van zelfstandige naamwoorden vormen en foutloos schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Doel

  • Je kunt het meervoud van een zelfstandig naamwoorden vormen
waarom spelling

voorkennis

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn (nog) lastige woorden?

Slide 5 - Woordweb

Enkelvoud - meervoud
De meeste zelfstandig naamwoorden kun je in enkelvoud 
en meervoud zetten. Bij het enkelvoud is er één van iets, 
bij het meervoud is er méér van iets.

Let op! Er zijn uitzonderingen, zelfstandig naamwoorden die geen meervoud hebben. Bijvoorbeeld melk en ??

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Theorie meervoud znw
- Eindigt het znw op twee medeklinkers --> -en
het bord - de borden

- Eindigt het znw op een s --> z
het huis - de huizen

- Eindigt het znw op een f --> v
de brief - de brieven

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het meervoud van paragraaf?
A
paragraven
B
paragrafen

Slide 9 - Quizvraag

Noteer het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
luis

Slide 10 - Open vraag


- Eindigt het znw op een lange klinker (a, i, o, u, y) -->
de auto - de auto's
de oma - de oma's 

- Als de uitspraak van het znw niet verandert -->
het bureau - de bureaus
het café - de cafés



Slide 11 - Tekstslide

Noteer het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
farao

Slide 12 - Open vraag

Wat is het meervoud van logé?
A
logés
B
logé's

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het meervoud van alinea?
A
alineas
B
alinea's

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meervoud van cowboy?
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 15 - Quizvraag




- Eindigt het znw op -ie / -ee  en ligt de klemtoon op de laatste lettergreep-->
de knie - de knieën
de fee - de feeën

- Anders zet je een trema op de laatste e van het woord -->
bacterie - bacteriën
porie - poriën

Slide 16 - Tekstslide

Noteer het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
bobslee

Slide 17 - Open vraag


- eindigend op -ik, -et of -es (zonder klemtoon) krijgen GEEN medeklinkerverdubbeling. (slimmeriken - lemmeten- dreumesen)


- Latijnse woorden krijgen een Latijnse uitgang. (musea - data - neerlandici)

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het meervoud van perzik?
A
perziken
B
perzikken

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het meervoud van musicus?
A
musicussen
B
musici

Slide 20 - Quizvraag

Spel
Uitleg & spelregels

Maak zo snel mogelijk & zo stil mogelijk
viertallen (je eigen team)


Slide 21 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

Meer uitleg, oefenen of snel klaar?

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk

Zie ook Magister



woe 15 mei afhebben:

Spelling blok 3

Opdracht 1 t/m 5



Slide 24 - Tekstslide