Herhaling: Trappen van vergelijking


Degrees of comparison

Trappen van vergelijking
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Degrees of comparison

Trappen van vergelijking

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn trappen van vergelijking?
De trappen van vergelijking gebruik je om 2 of meer dingen met elkaar te vergelijken.

v.b.
Mijn zus is ouder dan jouw zus.
Dit is het beste boek dat ik ook heb gelezen.

Slide 2 - Tekstslide

-er / -est
Bij woorden van één lettergreep gaan de trappen als volgt:

big - bigger than - the biggest
tall - taller than - the tallest
white - whiter than - the whitest

Slide 3 - Tekstslide

more / most
Bij woorden van twee of meer lettergrepen gaan de trappen als volgt:

beautiful / more beautiful than / the  most beautiful
interesting / more interesting than / the most interesting
stunning / more stunning than / the most stunning

Slide 4 - Tekstslide

as ... as
Als je wilt zeggen dat 2 dingen (bijna) hetzelfde zijn dan gebruik je as ... as (net zo ... als)

You're as tall as my brother.
She is as old as her cousin.
Your girlfriend is almost as pretty as mine.

Slide 5 - Tekstslide

Uitzondering 1
Woorden van twéé lettergrepen op -y krijgen ook -er / -est

Happy / Happier than / The happiest

Pretty / Prettier than / The prettiest

Slide 6 - Tekstslide

Uitzondering 2
Uit je hoofd leren
Good / better than / the best
Bad / worse than / the worst
Little / smaller than / the smallest (size)
Little / less than / the least (quantity)
many - much / more than / the most

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Exercise 1
Complete the rows

Type all words, - and _


Slide 9 - Tekstslide

big - ____ - the biggest

Slide 10 - Open vraag

rude - ruder than - ____

Slide 11 - Open vraag

silly - ____ - _____

Slide 12 - Open vraag

boring - ____ - ____

Slide 13 - Open vraag

amazing - ___ - ___

Slide 14 - Open vraag

Exercise 2
Fill in the correct form of the degrees of comparison

Use the sentence to figure out which one it should be.

type only the missing words.

Slide 15 - Tekstslide

My friend is ____ my brother. (fat)

Slide 16 - Open vraag

It's a watermelon inside a watermelon, it's ____ thing I've ever seen! (beautiful)

Slide 17 - Open vraag

She is ____ at English than her classmates. (good)

Slide 18 - Open vraag

English is _____ French. (interesting)

Slide 19 - Open vraag

He is ____ her sister. (scary)

Slide 20 - Open vraag

This is ____ film I've seen. (terrifying)

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Link