§6.1 Opwarming van de aarde (2)

 Hoofdstuk 6 Nederland: klimaat en duurzaamheid


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

 Hoofdstuk 6 Nederland: klimaat en duurzaamheid


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De maan heeft geen dampkring, hierdoor:
A
Is het hier veel warmer als op aarde
B
Is het hier veel kouder als op aarde
C
Heeft het dezelfde temperatuur als op aarde

Slide 4 - Quizvraag

Is het broeikaseffect een verschijnsel wat van nature voorkomt op aarde?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Beschrijf wat een fossiele energiebron is en geef twee voorbeelden.

Slide 6 - Open vraag

Beschrijf wat een hernieuwbare energiebron is en geef twee voorbeelden.

Slide 7 - Open vraag

Wat is, naast het overstappen van fossiele energiebronnen naar hernieuwbare, een andere manier om het versterkte broeikaseffect tegen te gaan?

Slide 8 - Open vraag

Minder koolstofdioxide in de dampkring
- De meeste landen willen iets doen tegen de klimaatverandering. Ze hebben met elkaar afgesproken dat de aarde niet meer dan 2 °C mag opwarmen.

- In 2050 wil Nederland zelfs dat mensen helemaal geen invloed meer hebben op het klimaat.






Slide 9 - Tekstslide

Maar hoe?
- Dit kun je  mede doen door energiebesparing. Je kunt zuiniger met energie omgaan door muren, daken, vloeren en ramen van huizen en gebouwen goed te isoleren.

- De grootste verandering is het gebruik van nieuwe energiebronnen. Een energiebron is iets wat energie oplevert.

- Dat is heel anders bij duurzame of hernieuwbare energiebronnen, zoals wind en zon. Die raken nooit op.

Slide 10 - Tekstslide

Van grijs naar groen
Grijs = fossiele brandstoffen

Groen = duurzame energie (energiebron die bij het gebruik ervan nooit opraakt en die het broeikaseffect niet versterkt).

In Nederland is het het aandeel duurzame energie erg laag 6%. Wereldwijd is het 11%, en in Europa 17%

Slide 11 - Tekstslide

Hernieuwbare energiebronnen
- Zonne-energie
- Windenergie
- Energie opgewekt door biomassa
- Hydro-elektriciteit
- Geo-thermische energie
- (Kernenergie)

Slide 12 - Tekstslide

Geo-thermische energie

= gebruik maken van warmte in de aarde

 Voorbeeld= warmtepompen: 
verwarmen huis en kraanwater

Slide 13 - Tekstslide

Zonne-energie
Voordelen: 
+ raak niet op 
+ burgers kunnen ze zelf aanschaffen en op dak van huis plaatsen  
   
Nadelen: 
- betrouwbaarheid 
- lage opbrengst winter / s'nachts 

Slide 14 - Tekstslide

Windenergie
Voordelen:  
 + schoon 
 + steeds groter, beter, goedkoper

Nadelen: 
- betrouwbaarheid
- lawaai
- lelijk

Windmolenparken op zee: duurder,  maar meer energie (want meer wind)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Biomassa
Biomassa = organisch materiaal
  • houtresten, groente-, fruit-, tuinafval,  oud papier, plantaardige olie, mest.
    Gebruik voor elektriciteit en als biobrandstof

Voordeel: raakt nooit op ( CO₂-neutraal: verbanding = fotosynthese)
Nadeel: steeds nieuwe planten en bomen nodig en de groei van bomen kost tijd

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Leg uit of kernenergie wel of niet een hernieuwbare energiebron is.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video