Spelling & grammatica

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

WELKOM!

Nederlands

Blok 1
Maandag 27 mei 2024

- jas aan de kapstok

- telefoon in de bak

- kauwgom in de prullenbak

 

Ga lekker zitten!

- Wie is er wel en wie niet?

- Hoe gaat het met je?

- Verwachtingen

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen 

Tijdens de les:

- luister je stil naar de instructie

- hebben we respect voor elkaar

- doe je actief mee

- ben je verantwoordelijk voor je eigen gedrag

- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt!

Wat gaan we doen?

- Terugblik

- Instructie 

- Aan de slag

- Afsluiting

Terugblik - onderwerp + persoonsvorm

Onderstreep in elke zin de persoonsvorm.

Omcirkel in elke zin het onderwerp.

Doel van deze les

Ik weet

- wat de voltooide tijd is

- wat een voltooid deelwoord is

Ik kan

- het voltooid deelwoord in een zin vinden.

Instructie 

Voltooid deelwoord: geeft aan dat iets al gebeurd is.

Een voltooid deelwoord begint vaak met; ge-, be-, ver-, her-, er- of ont-

Een voltooid deelwoord eindigt vaak met; -d, -t, (e)n

Tegenwoordige tijd	Verleden tijd	Voltooide tijd
lopen gaan	liepen gingen	gelopen gegaan

Instructie 

Ik loop naar de supermarkt.

Ik liep naar de supermarkt.

Ik ben naar de supermarkt gelopen.

Instructie 

In de kast liggen de werkboeken.

In de kast lagen de werkboeken.

In de kast hebben de werkboeken gelegen.

Instructie 

De hond wandelt alleen door het park.

verleden tijd:

voltooide tijd:

Instructie 

De bomen in het park zijn gisteren gesnoeid.

De auto's in de garage zijn vanochtend al gewassen.

Zij heeft bekend dat ze het potlood pakte.

Aan de slag!

blz. 219 - opdr. 8

blz. 220 - opdr. 9

Lees goed wat je moet doen!

Studiemeter: VIA vooraf online

                             Op weg naar 1F

                             Thema 3

                             Woorden + spelling & grammatica 

Afsluiting

- Schrijf op wat jij vandaag geleerd hebt met Nederlands.

- Hoe heb jij gewerkt?

- Wat ging goed en wat kan beter de volgende les?