Unité 3: C'est qui? C'est quoi? - apprendre 3 en 4&6
1 / 19
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
je (grandir)
A
grandit
B
grandi
C
grandis
D
grandissons
Slide 2 - Quizvraag
vous (punir)
A
punisez
B
punissez
C
punissons
D
punissent
Slide 3 - Quizvraag
il (choisir)
A
choisissent
B
choisie
C
choisit
D
choisis
Slide 4 - Quizvraag
tu as (finir)
A
finis
B
finit
C
finissez
D
fini
Slide 5 - Quizvraag
elles (obéir)
A
obéissent
B
obéit
C
obéissons
D
obéissez
Slide 6 - Quizvraag
on (grossir)
A
grossies
B
grossit
C
grossis
D
grossissons
Slide 7 - Quizvraag
nous (réussir)
A
réussissez
B
réussissent
C
réussions
D
réussissons
Slide 8 - Quizvraag
ils (rougir)
A
rougissent
B
rougissez
C
rougit
D
rougissons
Slide 9 - Quizvraag
Sophie et Thomas (grossir)
A
grossit
B
grossis
C
grossissent
D
grossissons
Slide 10 - Quizvraag
elle a (grandir)
A
grandi
B
grandis
C
grandit
D
grandissent
Slide 11 - Quizvraag
le chien (obéir)
A
obéissez
B
obéis
C
obéissent
D
obéit
Slide 12 - Quizvraag
la queue
A
de vacht
B
de staart
C
de maat
D
de vorm
Slide 13 - Quizvraag
voler
A
beschrijven
B
ontdekken
C
veranderen
D
vliegen
Slide 14 - Quizvraag
le ciel
A
het leven
B
de lucht
C
het einde
D
het glas
Slide 15 - Quizvraag
la santé
A
het einde
B
het hoesje
C
de gezondheid
D
de ogen
Slide 16 - Quizvraag
le cuir
A
het hoesje
B
het hout
C
het leer
D
de vacht
Slide 17 - Quizvraag
à tout à l'heure
A
tot straks
B
iets
C
elk, ieder
D
alles, alle
Slide 18 - Quizvraag
les yeux
A
de lucht
B
de ogen
C
het glas
D
het begin
