Introductie vak Nederlands 2022

Introductie Nederlands
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Introductie Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Voorstelrondje
  • Introductie Nederlands
  • Quiz Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Wie ben ik?
> Saïda van Til
> Voor jullie: Mevrouw Van Til
> 32 jaar
> Woon in Eelde
> Dochter en zoon
> Hou van: films, series, spelletjes, humor en pasta

Slide 3 - Tekstslide

En wie ben jij?
> Hoe heet je?

> Hoe oud ben je?

> Op welke basisschool zat je?

> Wat is je lievelingsboek OF game OF spel OF film OF serie


Slide 4 - Tekstslide

Nederlands
  • 4 uur in de week
  • Werkboek + schrift
  • STB tis = Nederlands
  • 1 les in de weken lezen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
het vak Nederlands?

Slide 7 - Woordweb

Nederlands
  • Lezen
  • Schrijven
  • Spelling
  • Werkwoordspelling
  • Fictie
  • Spreken en gesprekken
  • Kijken en luisteren
  • Grammatica

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoe heet deze schrijfster?
A
Thea Beckman
B
Annie M.G. Schmidt
C
Carry Slee
D
Mel Wallis de Vries

Slide 10 - Quizvraag


Welke rapper zat vast in Turkije, vanwege zijn songteksten?
A
Epiyo
B
Mero
C
Ezhel
D
Murda

Slide 11 - Quizvraag

In welk land wordt geen Nederlands gesproken?
A
Aruba
B
België
C
Suriname
D
Luxemburg

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet de hoofdpersoon in het boek Het leven van een loser?
A
Bram Bootmans
B
Bram Botermans
C
Bram Boot
D
Bram Boterham

Slide 13 - Quizvraag


Bij welke club werd de Nederlandse trainer Ronald Koeman ontslagen?
A
FC Barcelona
B
Real Madrid
C
Sevilla
D
Valencia

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel letters heeft het alfabet?

Slide 15 - Open vraag

Wat is de naam van het boek dat je gaat gebruiken voor het vak Nederlands?
A
Nederland, o Nederland
B
Een nieuw begin
C
Op niveau
D
Nieuw Nederlands

Slide 16 - Quizvraag

De woorden -de-, -het- en -een- zijn...
A
Lidwoorden
B
Werkwoorden
C
Voorzetsels
D
Zelfstandige naamwoorden

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet deze schrijver?
A
Jan Terlouw
B
Paul van Loon
C
Jacques Vriens
D
Arend van Dam

Slide 18 - Quizvraag

Uit welk liedje komt de zin: Oh, oh, oh, oh, oh, yeah, oh, oh, oh.
A
Hoe
B
Hoogste versnelling
C
Beauty & de brains
D
Sexy als ik dans

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Wat is de afkorting van jullie docent Nederlands?
A
ITS
B
TIL
C
TIS
D
TIE

Slide 21 - Quizvraag

Wat is -bakfiets- voor een woord?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Werkwoord
D
Voorzetsel

Slide 22 - Quizvraag

In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord?
A
Ik fietste gisteren naar huis.
B
Mijn moeder en ik gaan boodschappen doen.
C
Ik wil later een rode auto.
D
Ik zit in de brugklas!

Slide 23 - Quizvraag

Los het raadsel op: als ik jong ben, ben ik lang. Als ik oud ben, ben ik kort. Wat ben ik?

Slide 24 - Open vraag

Raadsel: Tims moeder heeft drie kinderen: April, Mei en ... ?

Slide 25 - Open vraag

Heb je nog vragen over mij of over het vak Nederlands?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide