Havo 2: oefentoets H1

Oefentoets: Veranderend China
timer
5:00
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets: Veranderend China
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hong Kong was in het verleden een kolonie van...
A
China
B
Spanje
C
Engeland
D
België

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

China heeft 1,4 miljard inwoners. Waar zullen de minste mensen wonen?
A
noorden
B
oosten
C
zuiden
D
westen

Slide 3 - Quizvraag

het oosten is te koud, te hoog en te droog

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de bevolkingsdichtheid in het westen van China laag?
(meerdere antwoorden)
A
het is er te droog
B
het is er te koud
C
het is er te hoog
D
het is er te warm

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingspolitiek
Aantal inwoners en leeftijd
Bevolkingsspreiding

--> westen aantrekkelijk maken
--> westen van China 'verchineest'

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt 'verchinezen' in?
A
Andere bevolkingsgroepen naar oosten van China halen.
B
Han-Chinezen beter verdelen dus ook naar het westen laten migreren.
C
Chinezen laten migreren naar de rest van de wereld.
D
Chinezen moeten meer traditioneel Chinees eten.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maatregel om het aantal en de spreiding van de inwoners te beïnvloeden.
A
inwonerpolitiek
B
Bevolkingspolitiek
C
spreidingsbeïnvloeding

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom mochten Chinezen vroeger maar één kind krijgen?
A
De bevolking groeide te snel
B
Er verhuisden teveel mensen naar het oosten
C
Er verhuisden teveel mensen naar het westen
D
Weeshuizen zaten te vol, dus konden wezen geadopteerd worden

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door de invoer van de eenkindpolitiek in China ontstond vanaf de jaren '70 ontgroening.
Een gevolg van dit beleid is de huidige vergrijzing in het land.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vrouwenoverschot, vergrijzing en depressies zijn een gevolg van de eenkindpolitiek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bevolkingsdiagram zou van China kunnen zijn?
A
het linker diagram
B
het rechter diagram

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kan het andere bevolkingsdiagram niet van China zijn?
A
In China is niet zo’n hoog geboortecijfer
B
In China is niet zo’n hoog sterftecijfer
C
In China zijn er veel meer ouderen
D
In China zijn er veel minder ouderen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

China is een land dat behoort tot de New industrialised Countries
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het China van nu
Het China van vroeger ( 30 jaar geleden)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1993 vóór SEZ
2019 na SEZ

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk gevolg heeft de 'Hukou' voor de
gezinssituatie van Chinezen op het platteland?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was de pull-factor voor de boeren die naar de oostkust trokken?
A
Veel werkgelegenheid in de landbouw
B
Veel werkgelegenheid in de dienstverlening
C
Veel werkgelegenheid in de zware industrie
D
Veel werkgelegenheid in de lichte industrie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding: welk begrip past het beste
A
Kennisintensieve producten maken
B
Afzetmarkt
C
assemblage
D
Globalisering

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar liggen de eerste SEZ’s en open steden?
A
In het binnenland
B
aan de kust

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom liggen de meeste SEZ’s aan de kust?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is een groeiende welvaartskloof tussen de stad en het platteland in China. Welke zin is juist?
A
Mensen in de stad worden langzaam armer en mensen op het platteland worden rijker.
B
Mensen in de stad worden langzaam rijker, maar mensen op het platteland worden sneller rijk.
C
Mensen op het platteland worden langzaam armer en mensen in de stad worden rijker.
D
Mensen op het platteland worden langzaam rijker, maar mensen in de stad worden sneller rijk.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SEZ
Oostkust
Planeconomie
Open economie
Voor 1980
Urbanisatie
Na 1980
Buitenlandse bedrijven

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de letters (!) die horen bij de nieuwste economische ontwikkelingen in China.
A
China als kolonie
B
Auto-industrie
C
Groeipolen in het midden van China
D
Groeipolen in het noorden van China

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de letters (!) die horen bij de nieuwste economische ontwikkelingen in China.
A
grotere Chinese afzetmarkt
B
meer arbeidsintensieve industrieen
C
meer assemblage
D
meer kennisintensieve industrieen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1,4 miljard Chinezen.

Het geboortecijfer van China is nu=
A
lager dan dat van Nederland
B
hoger dan dat van Nederland
C
gelijkwaardig aan het Nederlandse.
D
niet te vergelijken

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de 2 oorzaken op waarom het laaggelegen deel van
China, zie de kaart hiernaast, al eeuwenlang het dichtstbevolkt is.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Neem de nummers 1 t/ 5 over en zet erachter of ze goed of fout zijn.
1 China had tot 1980 een planeconomie.
2 In een planeconomie krijgen bedrijven met de beste plannen geld van de regering.
3 In China mochten buitenlandse bedrijven zich vanaf 1980 in speciale economische zones (sez)
vestigen.
4 Vooral de lichte industrie heeft in China voor groei van de export gezorgd.
5 In het oosten van China is de bevolkingsdichtheid laag.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I Het platteland in China is vanwege de groei van de export niet meer arm.
II Arbeidsmigranten in Chinese steden hebben minder rechten in de stad,
dan de mensen die er geboren zijn.
-Welke uitspraak is juist?

A
Uitspraak I is juist, uitspraak II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, uitspraak II is juist.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen oorzaak van de dalende bevolkingsgroei van China?
A
de lage geboortecijfers
B
de eenkindpolitiek
C
het hogere sterftecijfer
D
de ongelijke bevolkingsspreiding

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertel in eigen woorden wat globalisering betekent:

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel inwoners telt een *megastad?
A
1.000.000
B
5.000.000
C
10.000.000
D
15.000.000

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de onderstaande steden is geen wereldstad (global city).
A
Rome
B
Londen
C
Parijs
D
Tokyo

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verklaar waarom de urbanisatiegraad aan de Chinese kust toe neemt.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 1 nadeel als bewoners van deze kleine huizen moeten verhuizen naar een flat met appartementen.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom deze stadsdorpen worden vervangen door hoogbouw.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mechanisatie zorgt ervoor dat er veel werk te vinden is in de kustgebieden van China.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef de betekenis van het begrip: drijvende bevolking

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies